Onbetrouwbare flitsapparatuur: agenten met de handen in het haar, burger de dupe - Onafhankelijke Fractie Klein
Norbert Klein aan minister Van der Steur: laat onterechte verkeersboetes zonder kosten voor de burger vervallen!
In de regionale krant De Gelderlander verscheen op 16 januari het bericht dat er door flitsapparatuur met enige regelmatig `bizarre' snelheidsmetingen worden gedaan: een vrachtwagentje wordt met 217 km/u geflitst, een truck met oplegger tikt probleemloos de 238 aan en een streekbus wordt met maar liefs 185 lm/u op de gevoeliger plaat vastgelegd. Agenten gaan hierdoor twijfelen aan de apparatuur waarmee zij moeten werken. Het probleem blijkt bovendien ook al jaren te spelen, aldus De Gelderlander, ondanks het gegeven dat deze apparatuur jaarlijks wordt gekeurd. Onafhankelijk Tweede Kamer lid Klein besloot hierover de verantwoordelijke minister - minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie - aan de jas te trekken. Hoe kan het dat dit probleem al geruime tijd bestaat? Wat stelt die jaarlijkse keuring dan eigenlijk voor?
Daarnaast is het momenteel de bedoeling dat agenten zelf dergelijke `bizarre' metingen eruit filteren; dat zij dus zelfstandig buitensporige metingen kunnen onderscheiden van de gewone - de echte - snelheidsovertredingen. Maar hoe moeten agenten dat doen? Kan de minister aangeven waar volgens hem de grens van `bizarre' metingen ligt? Bij 15, 30, 50 of 150 te hard? Wat zeggen dergelijke bizarre metingen overigens over de betrouwbaarheid van alle andere metingen, of van de manier van snelheidsmeten in het algemeen?
En ten slotte: het is momenteel aan de burgers zelf om te bewijzen dat ze onterecht beboet zijn als gevolg van een onjuiste meting. Zij moeten dan maar aantonen dat het niet klopt. Dat levert een boel gedoe op voor de burger. "Absoluut ontoelaatbaar", aldus Klein. Hij heeft dan ook aan de minister gevraagd of deze kan garanderen dat dergelijke verkeersboetes voortaan zonder disproportionele administratieve lasten geseponeerd worden. Een probleem van de overheid mag niet het probleem van de burgers worden.