Driehonderd leraren in plaats van drieduizend

Het Nationaal Onderwijsakkoord beloofde drieduizend extra banen voor leraren in het funderend onderwijs. Uiteindelijk kwamen er op de basisscholen en middelbare scholen 309 leraren bij, zo berekende de vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON) terwijl er wel 150 miljoen euro voor was vrijgemaakt.

Vandaag overhandigt BON-voorzitter Hans Duijvestein het rapport `Een bodemloze put' aan de Tweede Kamer. Met de databestanden van de Dienst Uitvoering Onderwijs, waarin staat hoeveel personeelsleden schoolbesturen in dienst hebben, berekende BON dat er in het voortgezet onderwijs 549 docenten bij zijn gekomen. In het primair onderwijs verdwenen er juist 240 docenten. Als je naar beide sectoren kijkt, kwamen er 309 leraren bij. `Het extra geld voor nieuwe leraren is grotendeels op de bank terechtgekomen', zo meldt BON op hun website.

Via de DUO-bestanden waren de gegevens te zien van 601 van de 643 middelbare scholen. In het rapport schrijft Duijvestein dat 45 procent van de 601 middelbare scholen het geld niet aan extra docenten heeft besteed. In het basisonderwijs daalde het aantal leraren harder dan op basis van het leerlingaantal te verwachten was, volgens BON. Er zijn 240 voltijdbanen meer verdwenen dan nodig.

Bonnetjes

De AOb zette eerder al vraagtekens bij de besteding van het onderwijsgeld voor leraren. Toch bleef staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs erbij dat het geld goed was besteed, ook al had hij er geen `bonnetjes' van.

Ook de werkgeversorganisatie VO-raad meldde vorig jaar september dat de 65 miljoen euro, het deel voor het voortgezet onderwijs, goed was ingezet voor jonge docenten. Dat onderzoek bleek achteraf om een vrijwillige peiling te gaan, waarin de deelnemers veel meer banen claimden dan mogelijk was met het geld. "Je kunt niet goed controleren wat er met het geld gebeurt", zegt AOb-bestuurder Ben Hoogenboom. "Dat blijft een punt als het ministerie van Onderwijs op deze manier afspraken maakt zonder controle. Het geeft niet de zekerheid dat het in de klas terechtkomt. Als ik naar de cijfers kijk dan denk ik niet dat het naar extra banen is gegaan."

BON wil dat de lumpsum, al het geld dat schoolbesturen krijgen, wordt verdeeld in een deel voor docenten en voor overig personeel en materieel. Ook moeten besturen die te hoge reserves hebben dit via een heffing terughalen en aan leraren besteden.