Minder ontslagen in primair onderwijs door inzet incidenteel geld
19-01-2016
Financien
Eenmalig geld uit het Nationaal Onderwijsakkoord heeft tijdelijk kunnen voorkomen dat meer leraren ontslagen moesten worden. Maar het is onmogelijk hiervan extra leraren aan te nemen, hoe graag de sector primair onderwijs (po) dat ook zou willen. Met incidenteel geld kun je geen structurele
verplichtingen aangaan. Het zou bovendien opmerkelijk zijn als het po ondanks dalende leerlingenaantallen meer leraren zou aannemen, zo stelt de PO-Raad in reactie op een onderzoek van Beter Onderwijs Nederland (BON) dat zij vanmiddag aan de Tweede Kamer presenteerde.
Volgens de analyse van BON is het NOA-geld - 85 miljoen euro voor het po - helemaal niet besteed aan leraren en potten scholen geld op. Juist het tegenovergestelde is waar. De terugloop van inkomsten door de enorme daling van het aantal leerlingen gecombineerd met hogere kosten voor
werkloosheid, pensioenpremies en moderne lesmaterialen, hebben het primair onderwijs in financieel zwaar weer gebracht. De PO-Raad becijferde in oktober vorig jaar nog dat het gat tussen kosten en bekostiging in 2015 was opgelopen tot 754 miljoen euro. Ook de Inspectie van het Onderwijs
concludeerde in december vorig jaar dat het primair onderwijs meer geld uitgeeft dan er binnenkomt en dat investeringen achterblijven.
Leraren behouden, maar niet allemaal
Ondanks de stijgende kosten, zijn er sterke signalen dat mede dankzij het NOA-geld het afgelopen schooljaar minder jonge leerkrachten zijn ontslagen. Op verzoek van de Tweede Kamer hield de PO-Raad een beperkte peiling onder haar leden. Een grove berekening op basis van die peiling laat zien
dat jonge leerkrachten hun baan konden behouden. Ook het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) becijferde in mei 2015 dat in de zes maanden ervoor 35 procent minder jongeren uit het onderwijs een WW-uitkering hebben aangevraagd dan in dezelfde periode in 2014.
Diverse partijen vragen zich af waarom van het geld geen extra leraren zijn aangenomen. Daar is het nooit voor bedoeld geweest, benadrukt de PO-Raad. Het geld was bedoeld voor behoud van leraren. Bovendien: ,,Het is onverantwoord met incidenteel geld, structurele uitgaven te doen en nieuwe
leraren aan te nemen. Zeker in een tijd waarin juist minder leraren nodig zijn'', benadrukt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad.
Reserves
In de media wordt het beeld geschetst dat schoolbesturen er zelfs flinke reserves op nahouden. Om goed onderwijs te kunnen organiseren, moeten schoolbesturen niet alleen voldoende geld hebben om leraren van te betalen, maar ook om belangrijke grote uitgaven in de toekomst doen. Zij moeten
bijvoorbeeld geld reserveren voor het vervangen van het dak van de scholen, voor de aanschaf van nieuwe lesmethodes en ICT.
Eerdere bezuinigingen
Scholen en hun besturen proberen te allen tijde te voorkomen dat financiele problemen worden afgewenteld op de leerlingen. Daarom probeert men zo lang mogelijk leerkrachten te behouden en is al in eerdere jaren bezuinigd op ondersteunend personeel. Al jaren gaat ruim tachtig procent van de
bekostiging naar het betalen van lerarensalarissen; een percentage dat door de jaren heen ongeveer hetzelfde is gebleven. Gevolg is onder meer dat veel leraren steeds meer zelf administratief werk moeten doen en kampen met een steeds grotere werkdruk. Uitgaven aan bijvoorbeeld schoolgebouwen,
bureaus en lesmaterialen zijn uitgesteld. Ook is er weinig tot geen ruimte voor schoolbesturen om op onvoorziene ontwikkelingen in te spelen, bijvoorbeeld op de komst van veel vluchtelingenkinderen. De PO-Raad trok al voor 2012 hierover aan de bel en blijft zich inzetten voor een reele
bekostiging van het primair onderwijs.
Het BON rapport
Het rapport van BON heeft geen oog voor de werkelijke financiele situatie binnen het primair onderwijs. De PO-Raad had graag gezien dat er in het rapport ruimte zou zijn voor een correcte en afgewogen duiding van de inzet van het geld in het po. De sector herkent zich dan ook totaal niet in
het beeld dat het po een 'bodemloze put' is zoals het rapport wil suggereren.
Laatst gewijzigd:
dinsdag 19 januari 2016
Bestanden bij dit nieuwsitem
* Conclusies peiling schoolbesturen po noa en jonge leraren
Pdf284.27 KB
* Brief peiling schoolbesturen po noa en jonge leraren
Pdf348.71 KB