Meisjes soepeler door onderwijs, meer jongens later economisch zelfstandig

Meisjes komen minder vaak in aanraking met jeugdzorg en doorlopen ook het onderwijs soepeler dan jongens. Jongens volgen vaker speciaal onderwijs en verlaten vaker voortijdig het onderwijs. Op de arbeidsmarkt zijn de rollen omgekeerd: jonge mannen werken vaker voltijd, hebben een gunstiger carriereperspectief en zijn vaker economisch zelfstandig. Dit blijkt uit het Jaarrapport 2015 van de Landelijke Jeugdmonitor. Het rapport geeft een inkijk in de staat van de jeugd en beschrijft hoe het gaat met de bijna 5 miljoen jongeren in Nederland. Het ministerie van VWS heeft zes maatschappelijke indicatoren omschreven die meer inzicht bieden in de staat van de jeugd: school, wonen en veilig opgroeien, werk, middelengebruik, politiecontacten en kindermishandeling.

Onderwijs en zorg

In het onderwijs hebben jongens vaker ondersteuning nodig dan meisjes. In het speciaal onderwijs zitten bijna drie keer zoveel jongens als meisjes. Het verschil is het grootst in het onderwijs voor kinderen met ernstige ontwikkelings- en gedragsstoornissen (cluster 4). Dat jongens vaker gedrags- en ontwikkelingsproblemen hebben, kan er ook toe bijdragen dat ze vaker blijven zitten en vaker voortijdig het onderwijs verlaten.

Bijna 89 duizend minderjarige jongeren (bijna 3 procent) ontvingen in 2013 een of meer vormen van jeugdzorg vanwege opgroei- en opvoedingsproblemen. Jongens ontvangen vaker jeugdzorg dan meisjes, met name op het gebied van jeugdreclassering.

De gezinnen waarin kinderen opgroeien zijn de afgelopen 15 jaar veranderd. Er wonen meer 0- tot 18-jarigen in een eenoudergezin (bijna 15 procent) en ook hebben kinderen steeds vaker ouders die niet getrouwd zijn. In 2014 had 1 op de 10 jonge mannen van 18 tot 25 jaar geen startkwalificatie; onder hun vrouwelijke leeftijdsgenoten lag dit met bijna 7 procent een stuk lager.

Exacte studie

Jongens zijn op jonge leeftijd beter in rekenen en meisjes in taal. Dit zie je terug in de deelscores van de Citotoets, waar jongens hoger scoren op het onderdeel rekenen/wiskunde en meisjes op taal. Jongens kiezen in het voortgezet onderwijs en hierna vaker voor een exacte studie, maar de belangstelling onder meisjes voor deze studies is de afgelopen jaren wel toegenomen. In vergelijking met andere Europese landen is deze echter nog vrij laag.

Werk

Terwijl jonge vrouwen hun pubertijd en studententijd wat meer `volgens het boekje' doorlopen dan jonge mannen, lijken de mannen de draad na hun studentenleven weer op te pakken. Jonge mannen tussen 15 en 27 jaar, die geen onderwijs meer volgen, hadden bijna even vaak werk als jonge vrouwen; achtereenvolgens 80 procent en 78 procent in het eerste kwartaal van 2015. Jonge mannen werken daarbij wel bijna twee keer zo vaak voltijd als hun vrouwelijke leeftijdsgenoten: 71 tegenover 37 procent. Mede hierdoor ligt het inkomen van jonge mannen met 21 duizend euro op jaarbasis hoger dan dat van jonge vrouwen (17 duizend euro). Het gevolg hiervan is dat er meer jonge mannen economisch zelfstandig zijn dan jonge vrouwen.

De basis voor de verschillen in carriereperspectief tussen mannen en vrouwen is hier al gelegd, aangezien deeltijders veel minder vaak manager zijn dan voltijders. Voltijdswerkende moeders hebben echter vrijwel even vaak een managersfunctie als voltijdswerkende vaders.

Het Jaarrapport is een gezamenlijke publicatie van het ministerie van VWS en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).