De vraag naar het leven - Protestantse Kerk Nederland
14 januari 2016
Plaisier: Wie van abortus een technisch verhaal maakt, dreigt ook van het leven een technisch verhaal te maken.
Pagina-inhoud
*Vorige week schreef ik een column over de dood en de weg naar de dood. Het was deel een van een tweeluik. In deze column gaat het over deel twee, geboorte en zwangerschap. De aanleiding van deze column is een studie van de Teldersstichting, het wetenschappelijke bureau van de VVD. Daarin
wordt - voor mij verrassend - betoogd dat de manier waarop het momenteel in Nederland toegestaan is een zwangerschap af te breken, strijdig is met het liberale principe dat elk mensenleven in zichzelf waardevol is.
Menselijkheid
Zwangerschap is mysterieus, zoveel is mij als man ook wel duidelijk. Wat is het anders dan ruimte geven aan ander leven? Ik zou dat laatste een vorm van vrijheid willen noemen. Om een bekende slogan te gebruiken, een vorm van baas in eigen buik. Opgevat als de macht om 'ja' te zeggen tegen
rijpend leven in `je eigen buik'. Weer als man gesproken en dus misschien wel wat onbeholpen: het is een indrukwekkend vorm van woman-power, van een krachtig ja-woord, een sterke vorm van ja-zeggen met inzet van het eigen lijf. Het is een toppunt van menselijkheid.
De vraag wanneer ergens in het traject van negen maanden zwangerschap van een `mens' sprake is, vind ik willekeurig. Een mens is in de maak, een wonderlijk proces van menswording en dat geldt voor het hele proces. Moeten wij gaan uitmaken wanneer in dit proces er van `mens' sprake is om vanaf
dat moment van `rechten' van deze mens te spreken?
Barmhartigheid
Ik vind het een verademing in de studie van de Telderstichting dat deze weg niet wordt gegaan. `Het kleinste embryo is in zichzelf al waardevol en niet pas na 24 weken, of als het individu als een autonoom wezen kan worden beschouwd', zo lees ik in deze studie. In plaats van de taal van
`rechten' is het mijns inziens beter om de taal van de barmhartigheid te spreken.
Barmhartigheid naar een leven dat reikt naar geboorte en dat helemaal aangewezen is op barmhartigheid. `Uw ogen zagen mijn vormeloos begin' zegt psalm 139 van God. Wat zijn dat barmhartige ogen en wat nodigt dat uit om weerspiegeld te worden in onze ogen. En wat wordt er een extra beroep op
deze barmhartigheid gedaan, wanneer het ontwikkelende leven niet helemaal voldoet aan de eisen van volmaaktheid. Wat zullen we deze barmhartigheid nog hard nodig hebben.
Keuzes
Kun je ook `nee' zeggen tegen deze vrucht in ontwikkeling? De vrijheid om `ja' te zeggen, heeft ook de vrijheid om `nee' te zeggen in zich. Iedereen die hierover meedenkt, voelt wel aan, dat dit heel drastisch is. Abortus provocatus is een noodgreep. Elke andere definitie ervan is een
mystificatie. Er kan aanleiding zijn voor die noodgreep, met name wanneer leven tegenover leven staat of wanneer van een psychische noodsituatie sprake is. Nood staat tegenover nood. Het is belangrijk dat vrouwen hierover kunnen spreken met artsen die bereid zijn echte gesprekspartners te
zijn. Wie van abortus een technisch verhaal maakt, dreigt ook van menselijk leven een technisch verhaal te maken.
Een eenzijdig accent op autonomie en rechten en doet afbreuk aan leven en dood. Abortus provocatus medicaliseren doet dit ook. In psalm 139 is de grondtoon die omgeven is rond zwangerschap en geboorte die van de verwondering. `Wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt, ik weet het tot in het diepst
van mijn ziel'. Het is die grondtoon waarin menselijk leven kan gedijen. Het is die grondtoon die ruimte schept voor keuzes, hoe moeilijk die keuzes ook kunnen zijn.
>dr. Arjan Plaisier, scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland