Geen vluchtelingen in Carolus-gebouw


Het Carolus-gebouw komt niet in aanmerking als noodopvang locatie voor vluchtelingen. Het COA heeft aangegeven dat het, gezien de daarvoor noodzakelijke investeringen, niet haalbaar en verantwoord is om de voormalige Carolusschool om te bouwen tot een locatie voor noodopvang.

Alleen als ook het rondom het gebouw liggende perceel zou worden ingericht voor noodopvang bestaat er een mogelijkheid de opvang eventueel kostendekkend te maken. Hierbij zou sprake moeten zijn van opvang voor minimaal 400 vluchtelingen voor een ingeschatte periode van tenminste 24 maanden.
Pas na een nieuwe schouw door het COA zou kunnen worden aangegeven of deze optie ueberhaupt haalbaar is. Daarbij heeft het COA bovendien al op voorhand de volgende serieuze kanttekeningen geplaatst:

* De nabijheid van een gebouw (zoals de voormalige Carolus-school) bij een braakliggend terrein betekent geen substantieel voordeel voor noodopvang in vergelijking met locaties waar alleen een braakliggend terrein aanwezig is;
* Stukken grond waar geen faciliteiten als riolering, elektriciteit en wegen voorhanden zijn, kunnen alleen tegen beduidend hogere kosten geschikt worden gemaakt voor units voor noodopvang;
* De te plaatsen noodwoningen/-units zijn door de grote afname voor de opvang van vluchtelingen momenteel (mondiaal) zeer lastig verkrijgbaar.

Opstelling college van B&W

Op basis van bovenstaande argumenten is het college van B&W voornemens om de optie om het Carolus-gebouw uit te breiden met het omliggende perceel en opnieuw een schouw te laten plaatsvinden af te wijzen. Aanstaande donderdag zal dit voornemen worden voorgelegd aan de gemeenteraad van Helmond.
Ook zal de gemeenteraad worden gevraagd een standpunt in te nemen over het voornemen van het college van B&W om proactief, met diverse partners in de stad, op zoek te gaan naar andere locaties voor noodopvang, waarbij kleinschaligheid van de opvang het uitgangspunt is. Tot slot staat ook het
voornemen om de huisvesting van statushouders in 2016 en 2017 met tenminste 50% te verhogen ten opzichte van de opgelegde taakstelling (zonder dat dit ten koste gaat van de huidige woningvoorraad voor woningzoekenden) op de agenda.