De Zuiderzeevloed


8 januari 2016

Den Haag

Op 13 en 14 januari 1916 zwiept een razende noordwesterstorm het water van de Zuiderzee zo hoog op dat dijken breken en grote delen land veranderen in eindeloze watervlakten. Dappere hulpverleners worden beloond met een medaille.

Geldinzameling

Al snel wordt geld ingezameld om de slachtoffers te helpen. De burgemeester van Amsterdam, J.W.C. Tellegen, is voorzitter van `De Algemeene Vereenigde Commissie ter Leniging van Rampen door Watersnood in Nederland' (opgericht in 1855). Koningin Wilhelmina opent de lijst van gulle gevers met
een gift van 10.000 gulden. Tellegen bezoekt in een roeibootje het rampgebied, een album met foto's van de gevolgen van de stormvloed is in het familiearchief te vinden.

Herinneringsalbum voor de slachtoffers

N.J. Boon, uitgever in Amsterdam, stelt meteen in januari 1916 een Herinnerings-Album van den Grooten Watersnood Januari 1916 samen. De netto-opbrengst van de uitgave die 95 cent kost, komt geheel ten goede aan de slachtoffers van deze ramp. Naast het verlies van 16 mensenlevens, veel vee en
huisdieren zijn de vissers en de kleine landbouwers zwaar gedupeerd omdat ze hun inkomstenbronnen (schepen en landbouwgrond) hebben verloren.

Geen onderscheiding maar een ereteken

In maart 1916 stelt Koningin Wilhelmina een `eereteeken Watersnood 1916' in voor dappere hulpverleners als dank voor hun `uitstekende daden'. In 1855, 1861 en 1876 zijn ook zilveren en bronzen medailles toegekend aan bijzondere hulpverleners bij watersnoodrampen. Wilhelmina wil dat de medaille
van 1916 het beeld draagt van `Hoogst Derzelver Vader'. Zij laat weten dat de medaille geen onderscheiding is `doch een persoonlijk teeken'. Daardoor handelt zij niet in strijd met `Harer Majesteits besluit, om tijdens den oorlog, geene onderscheidingen te verleenen.'

Alleen voor protestanten?

Na de bekendmaking van de lijst gelukkigen in de Staatscourant van 24 januari 1917 ontstaat onrust. In de katholieke Maasbode wordt bericht dat geen enkele katholieke geestelijke een medaille krijgt. En zelfs het zwaar getroffen (katholieke) Volendam is helemaal overgeslagen. Hoewel de
Commissaris van de Koningin vindt dat niemand is gepasseerd omdat hij katholiek zou zijn, komt er toch nog een extra ronde waarbij een katholieke arts en een pastoor uit Volendam en een pastoor uit Anna Paulowna alsnog een medaille krijgen.

En ik dan?

Maar er zijn meer onderbedeelde burgers die het er niet bij laten zitten. `Coifeur' Arie Legerstee schrijft aan de Koningin dat hij gelezen heeft over de `geschonken watersnootpenningen, ook aan persoonen welken hun ijgen leven opgeoffert hebben om een ander zijn leven te redden'. Hij vindt
het een `grooten teleurstelling dat hij zijn naam niet vermeld zag', terwijl toch `alle menschen mij zeer gepreezen hebben voor den zelfsopoffering door mij volbracht'. Hij noemt `engkelen daden' op: hij heeft verschillende mensen gered door ze te waarschuwen en uit hun huizen te halen.
Sommige heeft hij zelfs op zijn rug, wadend door het water naar veiliger plaatsen gebracht. Hij heeft: `den gehelen nacht doornat van het water geloopen' en `ondervind dagelijks de rematieke pijn in mijn been noch'.

Arie en tientallen anderen krijgen alsnog een medaille uitgereikt. En dan zijn er ook nog mensen die weliswaar geen medaille maar wel een tevredenheidsbetuiging ontvangen. Bijvoorbeeld `brievengaarders' die verloren post uit het water hebben opgevist.

Bekijk beelden van de watersnoodramp 1916

Nationaal Archief

2.04.57 Ministerie van Binnenlandse Zaken: Afdeling Binnenlands Bestuur, inv.nr. 2981
2.21.326 Archief M.A. Tellegen, inv.nr. 49
N.J. Boon, Herinnerings-Album van den Grooten Watersnood Januari 1916, (Amsterdam 1916) Signatuur: 40 H9