De vraag naar de dood - Protestantse Kerk Nederland
07 januari 2016
Scriba Arjan Plaisier stelt over euthanasie en de maatschappelijke druk op artsen: `De dood is niet `maakbaar'.
Pagina-inhoud
*Met de dood valt niet te spotten. Hoe luchthartig daar soms over wordt geschreven en gesproken: het is een ernstig onderwerp. Met ernstige onderwerpen is niets mis. Wie de ernst uit het leven haalt, maakt er een lachertje van. Ieder sterft zijn eigen dood en het hoort bij ons mens-zijn de
eigen dood serieus te nemen.
Er is een groeiende tendens om de dood niet af te wachten, maar om de regie in eigen hand te nemen. Het aantal gevallen van euthanasie in het jaar 2014 is met 10% toegenomen en op 5.300 uitgekomen. Er zijn in ons land regels en protocollen in het geval dat een verzoek tot euthanasie gedaan
wordt. In principe gaat het om ondragelijk en uitzichtloos lijden. Daarbij speelt de afweging van artsen een belangrijke rol. De arts kan nooit de automatische uitvoerder zijn van de doodswens van een client. Ik denk dat dit een goede regeling is.
Volgens de KNMG is er steeds meer een ongewenste maatschappelijke druk op artsen om euthanasie uit te voeren. Euthanasie wordt daarbij als een recht gezien. Een arts die een verzoek niet inwilligt, wordt gezien als iemand die je jouw rechten ontneemt. Hier komt nu van de kant van vele artsen
verzet tegen. Deze artsen constateren dat achter de wens tot euthanasie vaak de nodige onzekerheid zit. Onzekerheid, die de nodige speelruimte vraagt om niet overhaast, onder druk of uit opwelling tot euthanasie over te gaan. De speelruimte om opnieuw de vraag naar de eigen dood en naar het
eigen leven te stellen.
Doen en ondergaan
Ik ben ervan overtuigd dat onze menselijkheid schade leidt, wanneer levenseindepillen gemakkelijk beschikbaar kunnen worden. De dood kan niet `zomaar'. De dood is niet `maakbaar'. Ik denk dat rond euthanasie vaak niet alleen een eenzijdig beeld van de dood naar voren komt, maar ook van het
leven. Het leven is doen en ondergaan. Het is activiteit en passiviteit. Het is actor zijn en patient. We leggen in onze cultuur heel veel nadruk op het eerste van deze paren, maar het tweede wordt vergeten. Het leven is ook ondergaan, dragen en verdragen. We kunnen het leven niet `levend'
uit. Voor dat alles is moed nodig. Moed is een belangrijke deugd.
Onlangs las ik de nieuwste roman van Vonne van der Meer: Winter in Gloster Huis. Dat huis is een hotel waar mensen naar toe worden `ontvoerd', die in een `vaarwelhotel' zijn aanbeland om daar op grond van de vrije wilsbeschikking te sterven. Ze worden ontvoerd omdat er bij het intakegesprek
gebleken is dat er achter alle zekerheid over de doodswens onzekerheid zit. Die ontvoering is natuurlijk een bizar element, maar waar het om gaat is, dat mensen die eenmaal in Huis Gloster aankomen, leren anders tegen hun leven en daarmee ook tegen hun dood aan te kijken. Het begrip `waardig
leven' krijgt een nieuwe invulling en dat geeft een andere kijk op de dood. Wat is het fijn dat er vele Huizen Gloster zijn, plaatsen waar aandacht is voor mensen, waar het doodsverlangen veel serieuzer wordt genomen dan dat er automatisch gehoor aan wordt gegeven. Waarin het laatste deel van
het leven, met alles wat een mens kan treffen, niet alleen maar wordt beschouwd als een slot dat een aanval op je waardigheid is. Waarin het gezien wordt als een deel dat bij je leven hoort en waarbij soms nieuwe dimensies van je leven oplichten, met hoeveel moeite, verdriet en ontluistering
dat alles ook gepaard kan gaan.
Euthanasie betekent `een goede dood'. De vraag wat een goede dood is, is niet zomaar te beantwoorden. Ieder sterft zijn eigen dood, zoals ieder zijn eigen leven leidt. Leven en dood stelt ons voor de laatste vragen. Vragen die onze vragen zijn en die ons toch onze macht te boven gaan. In dat
domein van jouw leven en jouw dood en dat besef dat het je te boven gaat, krijgt een zinnetje uit een oude catechismus een enorme lading. Op de vraag `wat is je enige troost in leven en sterven' klinkt het antwoord: `dat ik niet van mijzelf ben, maar van Jezus Christus, die zich voor mij heeft
ingezet met zijn leven en zijn dood'. Wat een ontroerend en tegelijk ijzersterk woord.
>dr. Arjan Plaisier, scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland