Daan van Vliet over 2016: The Internet of Things en het verduurzamen van bestaand vastgoed
05 januari 2016
Als we binnen twee generaties het tij qua CO[2]-uitstoot niet hebben gekeerd, stijgt nog deze eeuw de temperatuur op aarde meer dan 4,5 graad en leidt tot onomkeerbare rampspoed en volksverhuizingen. Onze kleinkinderen die volgens de voorspellingen 100 jaar zouden kunnen worden, krijgen dan heel veel last van onze klimaaterfenis.
Natuurlijk is deze mededeling die de ondergang van onze planeet aankondigt zonder concrete oplossingen te bieden geen bemoedigende boodschap zo aan het begin van 2016. Laat ik u, alle participanten van DGBC en betrokkenen, daarom in de eerste plaats vooral een mooi en inspirerend nieuwjaar toewensen.
Daarnaast neem ik u graag mee in de visie van een van de meest toonaangevende duurzaamheidseconomen ter wereld: Jeremy Rifkin. Hij heeft namelijk positief nieuws voor al die doemdenkprofeten. We zijn namelijk dicht bij baanbrekende oplossingen. Ik deel dat met hem en haalde zijn zienswijze al aan tijdens onze afsluitende participantenbijeenkomst in 2015.
De zon levert ons 80 keer meer energie dan we nodig hebben in de vorm van zonnestraling, warmte en wind. En het financieel rendement van windturbines en zonnecollectoren verbetert snel. We zien doorbraken in Duitsland, maar ook in China, dat binnen 10 jaar een CO[2]-reductie van 30% wil bereiken. Schone, decentraal opgewekte, energie wordt op deze manier binnenkort goedkoper dan de distributie van centraal opgewekte fossiele energie. Dat betekent het einde van het fossiele tijdperk.
Internet of Things
De grootste doorbraak die Rifkin voorziet, is die van het Internet of Things; datasystemen die met elkaar communiceren en voor een heel precieze afstemming tussen vraag en aanbod gaan zorgen. Dat gebeurt in de industrie, maar ook in de energievoorziening. Dat Internet of Things is er al in de wereld om ons heen. Denk maar aan zelfrijdende auto's of de mogelijkheden van 3D-printers.
Maar we beseffen nog onvoldoende hoeveel invloed het Internet of Things gaat hebben op onze productieprocessen, ons vervoer en de energiedistributie. Het kan helpen het energieverbruik van al die processen drastisch te verlagen. De betekenis van deze digitale doorbraak is zo groot, dat Rifkin het de derde industriele revolutie noemt.
The Internet of Things gaat ook grote gevolgen hebben voor de energieconsumptie voor klimaat en verlichting in gebouwen. Door de combinatie met goed isoleren en decentrale duurzame opwekking wordt het dan vrij eenvoudig om energieneutrale of energieleverende gebouwen te realiseren. Die oplossingen zijn al te zien in diverse Nederlandse gebouwen, bijvoorbeeld in de vorm van Smart LED oplossingen waarbij klimaat en verlichting wordt geregeld op basis van aanwezigheid.
Al die slimme gebouwen, maar ook woningen, worden aangesloten op Smart Grids, energienetten die lokaal energie uitwisselen en opslaan. Op die manier worden overschotten en tekorten binnen een gebied uitgewisseld en verrekend. Energie kost tegen die tijd niet veel meer en de energiereuzen zullen deze ontwikkeling moeten faciliteren, anders verdwijnen ze, zo voorspelt Rifkin.
Ook ik zie dat we na jaren van experimenteren en filosoferen in een enorme stroomversnelling komen qua verduurzaming. Niet alleen omdat het moet, omdat we het hebben afgesproken in Parijs, maar ook omdat het technisch kan en binnenkort goedkoper wordt dan doorgaan met fossiele brandstoffen.
In de media
Dit wordt ondersteund door verschillende berichten die onlangs in de media verschenen. Zo heeft de Raad van State vastgesteld dat gaswinning in Groningen verder teruggeschroefd moet worden. Dat verhoogt de urgentie om de gebouwde omgeving te verduurzamen. Een ander bericht was van Greenpeace. Zij hebben in opmerkelijke samenwerking met Nuon een rapport laten opstellen waaruit blijkt dat in 2030 meer dan 60% van ons energieverbruik uit zon en wind kan komen. Ten derde een bericht van de World Green Building Council. De WorldGBC heeft vastgesteld dat Groen Bouwen de beste manier is om klimaatverandering tegen te gaan.
Voor DGBC betekent dit dat we op de goede weg zijn door onze pijlen te richten op het verduurzamen van de bestaande gebouwenvoorraad. Want bijna alle vierkante meters die Nederland nodig heeft, staan er al. Wij staan voor de uitdaging die gebouwen aan te passen voor nieuwe functies en bijna of helemaal energieneutraal te maken. Een grote uitdaging, maar zeker niet onmogelijk, want alle technische oplossingen bestaan al. We gaan daarom door met het toegankelijker maken van ons keurmerk voor bestaand vastgoed: BREEAM-NL In-Use. Het keurmerk is een goed middel om bestaande gebouwen stap voor stap energieneutraal kunt maken. DGBC wil daar een belangrijke rol bij spelen door te faciliteren en te verbinden. Door kennis te delen en door met keurmerken een gemeenschappelijke taal voor duurzaamheid aan te bieden. Wij rekenen ook in 2016 op uw inzet bij het aangaan van deze uitdaging.
Daan van Vliet, voorzitter Dutch Green Building Council