Twee jaar celstraf geeist na aanrijding Amersfoort
5 januari 2016 - Arrondissementsparket Midden-Nederland
Tegen de 42-jarige man uit Nieuwegein die op 24 juli 2015 betrokken was bij een aanrijding in de Vermeerstraat in Amersfoort en er daarna vandoor wilde gaan, eiste de officier van justitie vandaag een celstraf van twee jaar. De auto was kort daarvoor gestolen en bij hem werden diverse goederen
afkomstig van diefstal aangetroffen.
Dat de verdachte betrokken raakte bij een aanrijding hoeft niet te verbazen omdat hij geen rijbewijs heeft. De reden dat hij er na de aanrijding vandoor wilde gaan, kan zijn geweest dat de BMW waarin hij reed gestolen was na een insluiping in de Albert Cuijpstraat in Amersfoort even daarvoor.
Hierbij werd een sleutelbos met de autosleutel weggenomen.
In het onderzoek door de politie kwam nog meer aan het licht zodat er uiteindelijk acht feiten op de tenlastelegging stonden. Naast de insluiping en de diefstal van de auto, wordt de man ook verdacht van diefstal in de Plus supermarkt van een tas met een mobiele telefoon erin op dezelfde dag
24 juli, heling van twee horloges die op 22 of 23 juli uit een woning aan de Paulus Buyslaan waren gestolen, medeplegen van diefstal van foto- of filmapparatuur, portemonnees en pasjes uit een woning aan de Edisonstraat op 8 juli, poging om te pinnen met een gestolen creditcard op 8 juli,
heling van een fiets, gestolen op 16 juli in Amersfoort, en tenslotte heling van twee fietsen die in de periode 22 tot 24 juli uit een schuur aan de Van Campenstraat waren gestolen.
De verdachte heeft een aanzienlijk strafblad voor vermogensdelicten en al twee keer eerder heeft hij de maatregel ISD voor stelselmatige daders opgelegd gekregen. De Reclassering geeft in haar advies bovendien aan dat er geen hoge verwachtingen zijn dat hun inspanningen zouden kunnen leiden
tot vermindering van de recidive. "Deze man moet van de straat", zei de officier van justitie, "want als hij op straat is, doet hij niets anders dan stelen". Daarom is een onvoorwaardelijke celstraf van twee jaar op zijn plaats. Ook vroeg hij de rechter de vorderingen van de benadeelde
partijen voor het grootste deel toe te wijzen. De rechtbank doet uitspraak op 19 januari.
Deel dit op
*