Verwoestende brand bracht Udense scholen samen
Een grote vuurwerkbrand liet vorig jaar weinig over van de openbare basisschool De Brinck en de rooms-katholieke basisschool Jan Bluyssen in Uden. De vlammen sloegen uit het dak. Collega's, ouders met kinderen en oud-leerlingen waren getuige van de verwoestende brand. "Wat ik bij kinderen, ouders en oud-leerlingen aan verdriet en ontreddering zag, is met geen pen te beschrijven," zegt Harold van der Venne, schooldirecteur van De Brinck.
Geborgenheid
"Onder leerlingen heerste het gevoel dat ze op straat stonden, geen school meer hadden," vertelt Klaske van den Berg, directeur van basisschool Jan Bluyssen. "Ze hadden veel vragen. Zijn de juffen en meesters er nog? Was er nog iemand in de school tijdens de brand? Ze waren datgene kwijt wat je als school wilt bieden, namelijk het gevoel van veiligheid en geborgenheid, precies dat waar ik als directeur voor sta. Dat was voor mij de grootste vraag: hoe ga ik dat verdorie weer goedmaken?"
De oorzaak is nooit achterhaald. Van den Berg: "We gaan uit van een uit de hand gelopen kwajongensstreek. En als dat inderdaad het geval is, hebben die kinderen genoeg straf gehad." Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek ontstond in 2013 duizend keer brand in een schoolgebouw. Brandstichting was de grootste oorzaak (32 procent), gevolgd door defecte of een verkeerd gebruik van apparaten (29 procent). In tien procent van de gevallen ontstond de brand door vuurwerk.
Moois
Ondanks de ravage, ontstond vanuit de puinhopen veel moois. "Brand verbindt," zegt Van den Berg. "Tot dan toe kenden we elkaar oppervlakkig, maar vanaf dag een trokken we gezamenlijk op en dat voelde heel goed. Continu stemden we af. Zo ging naar alle ouders een gezamenlijke brief over hoe we verder gingen. De teams deden zoveel mogelijk samen, van het inrichten van de noodunits, tot het uitwisselen van ervaringen over nieuw aan te schaffen methodes."
Van der Venne: "In slechts vijf dagen maakten we met elkaar mogelijk dat kinderen weer onderwijs konden krijgen. Samen regelden we busvervoer naar de andere delen van Uden, waar groepen op andere scholen een plek kregen, regelden tussenschoolse opvang. Als men voor de brand gezegd zou hebben dat het tijd was om de samenwerking te zoeken, dan had dat bij de teams wellicht op weerstand gestuit. De brand heeft gezorgd voor wederzijds begrip, iedereen zit in hetzelfde schuitje."
Met het einde van het jaar in zicht kijken Van der Venne en Van den Berg terug op een bewogen, maar ook mooi jaar. "Hoe raar het ook klinkt, een brand geeft kansen," zegt Van den Berg. "Er komt een nieuw, gezamenlijk schoolgebouw, en dat geeft de kans kritisch naar ons onderwijs te kijken en na te gaan wat nou echt het beste voor kinderen is. Het geeft enthousiasme en energie om daarmee bezig te zijn. Leerkrachten durven weer te dromen."