"Arme kinderen in de gemeente Pekela zijn beter af zijn dan in ander..
Reactie op de Kinderrechtenmonitor 2015, waarbij de Kinderombudsman Marc Dullaert stelt dat arme kinderen in de gemeente Pekela beter af zijn dan in andere gemeenten.
Het armoedebeleid van Pekela kenmerkt zich in het bijzonder dat het, behalve de wettelijke taken zoals verstrekking van bijzondere bijstand en de Individuele Inkomenstoeslag uitvoert, hoofdzakelijk bestaat uit voorzieningen die `in natura' worden verstrekt. Deze voorzieningen worden niet op
aanvraag door de gemeente (zelf) verstrekt, maar door maatschappelijke organisaties waarmee een pact op het gebied van armoedebestrijding is gesloten, het Armoedepact. Voorbeelden van deze organisaties zijn: de stichting Leergeld, het Jeugdsportfonds, de Kledingbank, de Voedselbank, Humanitas
(vakantieweken kinderen).
Voorzieningen in natura
Voorzieningen in natura zijn voorzieningen waar geen geldbedrag tegenover staat. Dat wil zeggen dat ouders van kinderen, die in armoede leven, zelf geen financiele bijdragen ontvangen voor bijvoorbeeld de aanschaf van kleding, maar dat in dit geval de Kledingbank deze kleding verstrekt. Dat
geldt ook ingeval van deelname aan schoolreizen. De school regelt zelf via de stichting Leergeld dat een kind mee kan gaan op schoolreis als de ouders deze reis niet zelf kunnen betalen. Op deze wijze wordt het geld altijd goed besteed.
Groot bereik door goede onderlinge samenwerking
Er is binnen Pekela sprake van een groot bereik van de kinderen die in armoede leven, door een goede onderlinge samenwerking in het kader van het Armoedepact. Contactpersonen van de diverse organisaties zijn bekend met elkaar en informeren elkaar veelvuldig daar waar het tot een gezamenlijke
aanpak moet komen. Je kunt hier spreken van korte lijnen, die een adequate hulpverlening ten goede komt.
Het aanvragen van een voorziening is laagdrempelig
Pekela subsidieert maatschappelijke organisaties, die de voorzieningen in natura verstrekken. Ouders kunnen mondeling aanvragen indienen bij deze organisaties. Dit werkt drempelverlagend en is zeer praktisch. Er kan snel worden gehandeld c.q. besloten in die gevallen waar dat nodig is. Door
deze werkwijze bespaart de gemeente aan uitvoeringskosten, omdat er geen sprake is van schriftelijke aanvragen waarop formeel dient te worden besloten. Bureaucratie wordt hier voorkomen.
Extra middelen vanuit het Rijk worden volledig ingezet en benut
Alle extra middelen, die worden ontvangen vanuit het Rijk voor de armoedebestrijding, worden ingezet en benut door de doelgroep. Onder het motto "Iedereen doet mee!" worden kinderen op jonge leeftijd al beschermd tegen sociale uitsluiting. Dit heeft positieve gevolgen voor de ontwikkeling, ook
op latere leeftijd.
Inzet ervaringsdeskundigen
Ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting worden ingezet om advies te geven over zaken die te maken hebben met de armoedebestrijding (onder kinderen). Zij weten als geen ander hoe het voelt om uitgesloten te worden en kunnen op veel begrip rekenen van de doelgroep.
Bij het bepalen van het gemeentelijk armoedebeleid zijn zij onmisbaar en hopen we, door de kinderen altijd te laten meedoen, dat hiermee generatiearmoede wordt doorbroken.