Duurzame herbouw basisscholen Jan Bluyssen en De Brinck - Nieuws - G..


Geplaatst op dinsdag 22 december 2015

Bijna een jaar geleden - tijdens Oud & Nieuw - brandden de basisscholen Jan Bluyssen en De Brinck af. Inmiddels zijn scholen en gemeente, samen met omwonenden, druk bezig met de plannen voor de nieuwbouw en inrichting van de omgeving. De toverwoorden hierbij zijn `duurzaamste school van Uden'.
Begin maart wordt gestart met de bouw van de nieuwe school. Als alles volgens plan verloopt is het hele project 1 januari 2017 klaar.

De beide directeuren van de basisscholen Harold van der Venne en Klaske van den Berg reageren: "We verwonderen ons er nog vaak over dat uit zoiets akeligs, zoiets moois kan voortkomen. Van het begin af aan, hebben we echt samen met de gemeente en ook omwonenden, plannen gemaakt voor de
toekomst. Door steeds met elkaar te overleggen en het werk op elkaar af te stemmen, loopt het proces van herbouw heel goed en zonder vertragingen. Onze kinderen, wij als organisaties, maar ook Uden, krijgen er een prachtige school voor terug. Straks ook letterlijk een schoolvoorbeeld qua
duurzaamheid en qua samenwerken met elkaar."

Duurzaamste school van Uden

De gezamenlijke ambitie van de gemeente en schoolbesturen voor de herbouw luidt: `Bluyssen Brinck duurzaamste school van Uden'. Om die reden zijn door het bouwteam twee varianten uitgewerkt die het verschil duidelijk maken in de mate van duurzaamheid. Er is een groot verschil tussen `gewoon'
bouwen volgens Bouwbesluit en bouwen volgens de gezamenlijke ambitie van gemeente en schoolbesturen. Wethouder Thijs Vonk vertelt: "Alle nieuw te bouwen scholen moeten voldoen aan standaard milieuvoorschriften uit het Bouwbesluit. Zo zijn alle scholen duurzaam. Maar in dit geval worden
aanvullende maatregelen getroffen, en kunnen we een daling realiseren van maar liefst 90% minder CO2 uitstoot dan een gemiddeld onderwijsgebouw. Daar ben ik heel trots op."

90 % minder CO2 uitstoot

Dat resultaat wordt gehaald door deze maatregelen:

- Het gebouw wordt zo neergezet dat maximaal gebruik wordt gemaakt van de noord - zuid ligging. Zo bevinden de lokalen zich aan de noordzijde van het gebouw zodat de klassen koel blijven en de kinderen tijdens de les geen last hebben van het licht. De zuidzijde is voorzien van een luifel wat
de inval van licht minimaliseert. De luifel biedt daarnaast ruimte voor buitenspel bij regen en zorgt voor minder onderhoud aan de buitengevel.

- De keuze voor bouwmaterialen:

* Bij de productie ervan en bij het winnen van de grondstoffen is weinig CO2 uitstoot.
* Hergebruik ervan is mogelijk.
* Gebruiken van gerecycled materiaal als toevoeging in beton

- Verwarmen en koelen middels een `ijsbak'. Daardoor worden geen fossiele brandstoffen gebruikt; een gasaansluiting is dan niet nodig.

- Op de zuidzijde van het hellende dakvlak komen zoveel zonnepanelen als nodig om volledig in de eigen elektriciteitsvraag te voorzien.

- Gebruik van het hemelwater:

* Regen wordt deels opgevangen in een tank voor het doorspoelen van de toiletten.
* Toiletten worden gespoeld met 4 liter water in plaats van 6 liter water waardoor minder vuil water wordt geproduceerd.
* Resterend hemelwater wordt geinfiltreerd. Op het gebouw via een sedumdak en in de grond via opengewerkte bestrating van het schoolplein.

- Het sedumdak heeft naast een absorberende, ook een isolerende werking in de winter en een koelende werking in de zomer.
- Het gehele gebouw wordt verlicht met energiezuinige (led)verlichting, voorzien van aanwezigheidsschakelingen waardoor lampen nooit onnodig blijven branden.
- Vrij dragende constructies en grotere overspanningen maken het mogelijk de indeling van het gebouw aan te passen aan de onderwijswensen van dat moment.

Al deze maatregelen zijn zorgvuldig en in samenhang met elkaar gekozen. Juist de samenhang tussen de verschillende maatregelen bepalen het eindresultaat van de verbeterd duurzame GPR.

GPR Gebouw

`GPR Gebouw' is oorspronkelijk ontwikkeld door gemeente Tilburg als Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor duurzaam bouwen. Intussen is GPR Gebouw uitgegroeid tot het landelijke systeem waarmee de duurzaamheid van bestaande bouw, nieuwbouw en grootschalige renovatie van woning- en
utiliteitsbouw wordt gemeten.

Met het systeem kan de mate van duurzaamheid in bouwplannen concreet en objectief getoetst worden. De constructie- en materiaalkeuze wordt gedetailleerd ingevoerd, gekoppeld aan een realistische bijbehorende begroting. De uitkomst is vervolgens een GPR-score op basis van rapportcijfers.