Reduceren tijd tussen ontstaan acuut herseninfarct en start behandeling
17 december 2015 | NIEUWSBERICHT
Reduceren tijd tussen ontstaan acuut herseninfarct en start behandeling
Neuroloog Nyika Kruyt heeft met neuroloog Marieke Wermer en Prof. Yvo Roos (neuroloog AMC) 300.000 euro subsidie van de Hersenstichting gekregen. In dit onderzoek participeren de klinische epidemiologie (prof. A Algra) de Spoedeisende Eerste Hulp (dr. C Heringhaus) en de Radiologie (prof. M.A. van Buchem) van het LUMC, de regionale Ambulancediensten en de alle ziekenhuizen in de regio's Leiden en Amsterdam. Na een herseninfarct is snel behandelen cruciaal en enkele minuten tijdswinst kan het verschil betekenen tussen een afhankelijk of onafhankelijk bestaan (time=brain). Binnen 4,5 kan intraveneuze trombolyse worden gegeven. Indien dit niet werkt of tussen de 4,5 en 6 uur kan in het LUMC intra-arteriele trombectomie worden gedaan. "Momenteel gaat nog te veel tijd verloren in het traject tussen alarm slaan door de patient en de behandeling in het ziekenhuis. Om dit traject te optimaliseren is het noodzakelijk inzicht te hebben waar tijdsverlies wordt opgelopen", aldus Kruyt.
Polsbandje
van een acuut hartinfarct gebeurt dat al wel in het LUMC, met behulp van een polsbandje dat een Bluetooth-signaal verstuurt. Deze kennis willen we gebruiken bij patienten met een acute beroerte. Met het polsbandje wordt het hele traject, van huis tot aan behandeling, elektronisch in kaart gebracht. Vervolgens onderzoeken we of directe visuele feedback aan de betrokken zorgverleners over de verstreken tijd in het traject leidt tot sneller en efficienter handelen.
Europese subsidie voor virale vaccinontwikkeling
De onderzoeksgroep van prof. Eric Snijder (Medische Microbiologie) ontvangt ruim 720.000 euro om deel te nemen in een groot internationaal consortium dat zich richt op het ontwikkelen van vaccins tegen `plotseling uitbrekende' virussen, die vaak door dieren worden overgedragen op mensen.
Het project maakt deel uit van het Innovative Medicines Initiative (IMI), een samenwerkingsprogramma tussen de Europese farmaceutische industrie en de Europese Commissie. Centraal staat de ontwikkeling van technologie voor de versnelde productie en validatie van vaccins en therapeutische antilichamen, waarmee onverwachte virusuitbraken kunnen worden bestreden.
Naast een rol van prof. Snijder in de cooerdinatie van het vaccin-productieplatform, bestaat de LUMC-bijdrage uit de ontwikkeling van op flavivirussen gebaseerde vaccinvectoren door dr. Peter Bredenbeek en dr. ir. Marjolein Kikkert (beiden eveneens van Medische Microbiologie).
MERS-coronavirus
Een van de virussen waarop de aandacht zich daarbij richt is het MERS-coronavirus, dat wordt overgedragen door dromedarissen en dat wereldwijd de laatste jaren al vele mensenlevens heeft geeist. De totale Europese subsidie voor het ZAPI consortium bedraagt bijna 10 miljoen euro, waarvan ruim 720.000 euro naar het LUMC gaat. De drie industriele partners die namens de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations deelnemen dragen eveneens circa 10 miljoen euro bij. Virussen als SARS-coronavirus en het ebolavirus beginnen als zooenose (infectie van dier-op-mens) en worden daarna van mens-op-mens overgedragen waardoor ze snel veel slachtoffers kunnen eisen. Tegen dit soort nieuwe ziekten zijn doorgaans geen medicijnen of vaccins beschikbaar.
ZAPI consortium
Het is van groot belang om goed voorbereid te zijn op dit soort zooenotische infectieziekten, onder meer door op korte termijn beschermende vaccins of antilichamen te kunnen produceren. Met de grote subsidie voor het ZAPI consortium (het Zoonoses Anticipation and Preparedness Initiative) wordt het mogelijk technologie te ontwikkelen om toekomstige virusuitbraken beter het hoofd te bieden. De ZAPI doelstelling is om, zodra een nieuw virus opduikt, binnen 6 tot 9 maanden veilige en effectieve vaccins en antilichaam-preparaten te produceren om de bevolking te beschermen, te beginnen met risicogroepen als ziekenhuispersoneel en gezinsleden van besmette personen. ZAPI is het eerste echte `One Health' project binnen IMI en brengt experts op het gebied van gezondheid van mens en dier samen. Naast het LUMC, bestaat het ZAPI consortium uit 11 andere academische partners, 6 vaccin- en biotech-bedrijven, en experts op het gebied van regelgeving voor geneesmiddelenonderzoek.
Fellowship Diabetes Fonds voor Mariette Boon
Mariette Boon heeft een persoonsgebonden Junior Fellowship ontvangen van het Diabetes Fonds voor een bedrag van 75.000 euro. Zij gaat hiermee onderzoek doen naar geneesmiddelen die de activiteit van bruin vet verhogen binnen de onderzoeksgroep van prof. Patrick Rensen (sectie Endocrinologie, HAIG). Boon is vorig jaar cum laude gepromoveerd en momenteel bezig met haar coschappen. Tijdens haar promotie heeft Mariette Boon aangetoond hoe bruin vet geactiveerd wordt in muizen.
Gunstig vet
Recent is ontdekt dat het lichaamseigen bruin vet van mensen een belangrijke rol heeft in de stofwisseling. Het verbrandt in hoog tempo vet en suiker tot warmte. Gebleken is dat mensen met overgewicht minder van dit gunstige vet hebben dan slanke mensen, en dat het verhogen van de activiteit van bruin vet leidt tot een vermindering van vetmassa.
Suikerziekte voorkomen
"In dit onderzoeksproject willen we de effectiviteit van geneesmiddelen die de activiteit van bruin vet verhogen, onderzoeken in mensen. We hopen zo een nieuwe behandeling voor overgewicht te ontdekken door de activiteit van het lichaamseigen bruin vet te verhogen. Hiermee hopen we uiteindelijk de ontwikkeling van suikerziekte te voorkomen", aldus Boon.
ZonMW subsidie Samenvattende uitkomstmaat kwaliteit van zorg in ziekenhuizen
Perla Marang heeft van ZonMW een subsidie gekregen om een samenvattende maat voor de kwaliteit van zorg voor ziekenhuizen te ontwikkelen. Dit moet een completer beeld geven van de kwaliteit van zorg en patienten beter in staat stellen om een ziekenhuis te kiezen waar zij behandeld willen worden.
Momenteel wordt alleen jaarlijks het sterftecijfer voor ziekenhuizen gepubliceerd, via de zogenaamde Hospital Standardised Mortality Ratio (HSMR). Deze maat geeft maar een beperkt beeld van de kwaliteit van zorg bijvoorbeeld omdat niet alle diagnosegroepen worden meegenomen. Voor sommige diagnoses is sterfte een dusdanig zeldzame uitkomst, waardoor andere uitkomsten zoals heropname of lange ligduur relevanter zijn.
De vraag naar een samenvattende maat komt daarnaast voort uit het probleem dat een ziekenhuis goede resultaten kan hebben op de ene uitkomst, maar veel minder op de andere uitkomst. Bovendien hangen de uitkomsten met elkaar samen en worden deze vaak berekend over verschillende patienten populaties. Dit maakt het lastig om ziekenhuizen met elkaar te vergelijken. Door een samenvattende uitkomstmaat te ontwikkelen, waarin naast sterfte ook heropname en lange ligduur wordt meegewogen, hopen de onderzoekers dergelijke problemen te ondervangen en bovendien ook beter verschillen tussen ziekenhuizen te kunnen identificeren. De onderzoekers van het LUMC werken hierbij samen met onderzoekers van het Erasmus MC en het AMC.
Daarnaast zal er worden gekeken hoe de resultaten per ziekenhuis het beste kunnen worden vormgegeven, zodat deze informatie na afloop van het project ook daadwerkelijk gebruikt kan worden in de praktijk. Hierbij worden verschillende doelgroepen betrokken die mogelijk van deze informatie gebruik zouden willen maken: patienten als zij een ziekenhuis kiezen, professionals in het ziekenhuis als zij hun uitkomsten willen verbeteren en verzekeraars voor de zorginkoop.
Dr. F. Gerritzen-prijs voor Rianne Ellenbroek
Tijdens het jaarlijkse Nederlandse diabetescongres georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Diabetes Onderzoek (NVDO) is de Dr. F. Gerritzen-prijs 2015 uitgereikt aan Rianne Ellenbroek voor haar proefschrift "Pancreatic b- and a-cell adaptation in response to metabolic changes".
Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt voor het beste proefschrift op het gebied van diabetes mellitus en bestaat uit de bronzen dr. F. Gerritzen-penning, een oorkonde en vijfduizend euro.
Rianne Ellenbroek onderzocht in de groep van Prof. Eelco de Koning, afdeling Interne Geneeskunde (Nierziekten en Endocrinologie) hoe eilandjes van Langerhans in de pancreas zich aanpassen aan een veranderde vraag naar insuline, zoals bijvoorbeeld het geval is bij overgewicht. Op dit moment doet zij als postdoc onderzoek naar de overleving van eilandjes van Langerhans in het Kovler Diabetes Center aan de Universiteit van Chicago. In de loop van 2016 zal zij haar onderzoek vervolgen in de groep van prof. Eelco de Koning.