Boeren en tuinders moeten kunnen bufferen
De jongste inkomensramingen van het LEI Wageningen UR laten andermaal de gevolgen zien van de sterk schommelende prijzen voor land- en tuinbouwproducten. Zo zagen glasgroentetelers hun inkomen meer dan verdubbelen tot gemiddeld 274.000 euro, terwijl zeugenbedrijven een rampjaar beleefden: zij zagen hun inkomen dalen van 16.000 euro in 2014 naar een verlies van 75.000 euro in 2015. Melkveebedrijven moesten een halvering van het inkomen slikken. Over alle sectoren heen bleef het inkomen van een gemiddeld agrarisch bedrijf stabiel: 40.000 euro. Belangrijke oorzaak van de pieken en dalen in inkomen zijn de sterke schommelingen van prijzen voor onder meer groenten, zuivel en varkensvlees. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren doorzet. Wat LTO Nederland betreft groeit de behoefte aan risicomanagement op agrarische bedrijven en moeten de fiscale mogelijkheden om te reserveren voor slechte tijden verruimd worden. Ook een betere positie van boeren en tuinders in de keten zal zorgen voor meer stabiliteit in inkomen. Zowel op nationaal niveau als in Brussel neemt LTO Nederland op deze punten initiatieven.
Varkenshouderij
Volgens Eric Douma, voorzitter van de vakgroep Varkenshouderij LTO Nederland, onderstrepen de jongste cijfers van het LEI de noodzaak om de kosten in de varkenshouderij per direct te verlagen. "Bijvoorbeeld met lagere keuringstarieven. Of door het verplicht gebruik van dataloggers (elektronische meetapparatuur) op luchtwassers uit te stellen. Dat kan een modaal varkensbedrijf zomaar tienduizenden euro's per jaar schelen." Maar tot teleurstelling van Douma laat de overheid telkens weer iedere mogelijkheid tot lastenverlichting lopen. "Juist nu zou de overheid haar sociale gezicht moeten laten zien." De huidige lage prijzen voor biggen en vleesvarkens zijn voor een deel te wijten aan de onvermijdelijke varkenscyclus. "Maar de Russische boycot heeft de situatie heftiger gemaakt. Daarmee is twintig procent van de markt verloren gegaan. Dat vang je niet zomaar op. Wrang is dat varkenshouders part noch deel hebben aan het conflict tussen de Europese Unie en Rusland, maar wel worden opgezadeld met de financiele gevolgen." Ondertussen is tijd de grootste vijand van de sector, aldus Douma. "We werken hard aan wetgeving waarbij eindproducten uit mestverwerkingsinstallaties als kunstmest worden beschouwd. Dat betekent aanzienlijke lager kosten voor mestafzet. Ook willen we met geld uit Brussel een deel van de kosten voor het ketenkwaliteitssysteem Porc from Holland betalen. Maar dat zijn allemaal maatregelen voor de middenlange termijn. Voor een deel van de bedrijven komen ze te laat, vrees ik."
Boomkwekerij
Ondernemers in de boomkwekerij zagen hun inkomen dalen van 56.000 in 2014 naar 37.000 euro dit jaar. Een daling van 19.000 euro. "Die cijfers bevreemden mij niet", aldus Jan van Leeuwen, boomteler in Oudenbosch (Noord-Brabant) en bestuurslid van de vakgroep Boom- en vaste plantenteelt van LTO Nederland. De sector heeft te maken met teruglopende bestedingen, zowel onder particulieren als onder overheden. "Je ziet dat gemeenten fors bezuinigen op de groenvoorziening. Door bijvoorbeeld in nieuwbouwwijken kleinere bomen aan te planten en die bomen vervolgens ook verder uit elkaar te zetten. Dat voelt een kweker dus twee keer in zijn portemonnee. Het is een tendens die zich in heel Europa voordoet en waarbij Nederland vooroploopt. Het is voor de sector zaak dat de bestedingen in groen weer toenemen." Van Leeuwen heeft goede hoop dat het klimaatakkoord in Parijs de vraag naar bomen en vaste planten op termijn aanwakkert. "De sector kan een flinke bijdrage leveren in de aanpak van het klimaatprobleem. Maar dat besef moet ook bij overheden nog groeien."
17 december 2015