De bonden en de werkgeversorganisatie PO-raad constateren gezamenlijk dat het niet lukt om voor het einde van dit jaar een onderhandelaarsakkoord te sluiten voor een nieuwe cao primair onderwijs. De partijen betreuren dat omdat leraren, ondersteuners, directeuren, teams en besturen tijd nodig hebben om veranderingen in gang te zetten die de Wet werk en zekerheid (WWZ) en de cao vragen.

In 2015 is de WWZ in werking getreden en deze heeft ook voor de arbeidsvoorwaarden in het basisonderwijs de nodige gevolgen. Dit houdt in dat de cao op een aantal plekken moet worden gewijzigd.

De vakbonden en de PO-raad hebben in de afgelopen periode intensief overlegd om hierover afspraken te maken en streefden naar een onderhandelaarsakkoord voor het einde van dit jaar. Dat is dus niet gelukt. Er blijkt meer tijd nodig om tot overeenstemming te komen.

Onduidelijkheid

Ook is er nog onduidelijkheid over de hoogte van de pensioenpremies. Het ABP-bestuur besloot eind november tot een verlaging van de pensioenpremie, maar houdt de mogelijkheid open om de premie vanaf 1 april 2016 te verhogen. Dat besluit neemt het ABP pas medio januari.

De kans dat de onderwijssectoren met een premieverhoging worden geconfronteerd is dus reeel. Zonder duidelijkheid en financiele dekking van dit risico is een voor alle partijen bevredigend cao-resultaat in de onderwijssectoren nagenoeg onmogelijk. In januari praten de bonden en werkgevers verder over een nieuwe cao.