Onderzoek naar de niet-beoogde effecten van de WNT
donderdag 17 december 2015 09:46 Economie
Dit is een origineel bericht van ECORYS Nederland BV
In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft Ecorys onderzoek gedaan naar de niet-beoogde effecten van de WNT. Het startpunt van dit deelonderzoek was een brede gespreksronde onder brancheorganisaties en instellingen uit alle publieke en semipublieke deelsectoren die onder de WNT vallen. Daarnaast heeft er een open consultatie plaatsgevonden, zijn er twee expertbijeenkomsten georganiseerd en is er casuistiek bestudeerd. Op dinsdag 15 december 2015 zijn de wetsevaluatie WNT en de WNT-jaarrapportage 2014 aan de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.
Topinkomens in de (semi)publieke sector:
Op 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, kortweg: Wet normering topinkomens (WNT), in werking getreden. Het doel van de WNT is het tegengaan van bovenmatige beloningen en ontslagvergoedingen bij instellingen in de publieke en semipublieke sector. Met de WNT worden deze beloningen en ontslagvergoedingen genormeerd en openbaar gemaakt. In de WNT is bepaald dat de wet binnen drie jaar na inwerkingtreding wordt geevalueerd en daarna iedere drie jaar. In 2015 is de eerste integrale wetsevaluatie uitgevoerd, over de periode 2013 tot en met 2015. De wetsevaluatie bestaat uit verschillende deelonderzoeken. Meer informatie over de WNT is te vinden op www.topinkomens.nl.
Beoordelings- en analysekader:
In dit onderzoek is aan de hand van een beoordelings- en analysekader voor in totaal zestien mogelijke niet-beoogde effecten nagegaan:
- hoe aannemelijk het is dat het effect zich voordoet of zal voordoen;
- op welke schaal het effect zich voordoet, in termen van het aantal sectoren, WNT-instellingen of functionarissen;
- de werkingsduur van het effect: de periode waarover het effect zichtbaar is en of het effect een tijdelijk of structureel karakter heeft.
Effecten
Alle mogelijke effecten overziend, moet worden geconstateerd dat de beperkte tijdsduur sinds de invoering van de WNT-1 en WNT-2 in combinatie met het overgangsrecht het doen van harde uitspraken bemoeilijkt. Twee effecten komen uit dit onderzoek naar voren als aangetoond of zeer aannemelijk: de toename van administratieve lasten en de beperkte doorstroom van topfunctionarissen de komende jaren vanwege het overgangsrecht.
Voor werkgevers in de (semi)publieke sector is de administratieve last toegenomen omdat, ook door de opeenvolgende aanscherpingen van het WNT-regime, er veel tijd en energie gaat zitten in bijvoorbeeld het bestuderen van wet en regelgeving over welke componenten wel en niet tot bezoldiging horen, en het implementeren van de aangepaste bezoldigingsregimes.
Het overgangsrecht bepaalt dat zittende topbestuurders nog enkele jaren hun eventuele te hoge bezoldiging mogen behouden. Bij een overstap naar een andere (semi)publieke instelling gaat wel de nieuwe (lagere) bezoldigingsmaximum gelden. Dat heeft tot gevolg dat veel bestuurders voorlopig op hun plek blijven zitten. Beide effecten hangen niet sterk samen met andere onderzochte effecten. Hoewel voor een behoorlijk aantal andere effecten uit dit onderzoek stevige indicaties naar voren komen (waarmee ze als 'aannemelijk' zijn beoordeeld), is moeilijk te voorspellen hoe deze zich de komende jaren zullen ontwikkelen.
*
*
*
*