Health Workers for All: project loopt af, werk gaat door


17.12.2015



Op woensdag 9 december 2015 vond in Brussel de eindconferentie van het project `Health workers for all, all for health workers' plaats. Een van de pijlers van het project is het streven dat alle landen de WHO Gedragscode voor de Internationale Werving van Gezondheidspersoneel naleven. In
Brussel werd gezocht naar de samenhang daarvoor nodig is: tussen de beleidsterreinen gezondheid, migratie en ontwikkeling. Corinne Hinlopen van Wemos doet verslag.
Het project streeft naar een drievoudige winst: voor individuele migranten in zorgberoepen, voor hun herkomstlanden en voor de landen waarheen zij emigreren om er te werken. Daarvoor is nodig dat de betreffende beleidsterreinen samenwerken. Dat streven weerspiegelde zich in de deelnemers aan
de conferentie. Aanwezig waren niet alleen de projectpartners uit acht Europese landen maar ook vertegenwoordigers van de Directoraten-Generaal Gezondheid en Ontwikkelingssamenwerking van de Europese Commissie (die van Binnenlandse zaken en Migratie was helaas verhinderd), afgevaardigden van
de Wereldgezondheidsorganisatie, wetenschappers, vakbondsmensen en ngo's. Een mooie mix om de discussie rondom het recht op gezondheid en rechten van (migrerend) zorgpersoneel vanuit meerdere invalshoeken te benaderen.


Zorgverleners zijn zeer mobiel

Tijdens het project is veel aandacht besteed aan de mobiliteit van zorgpersoneel: binnen Europa, en tussen Europa en niet-Europese landen. Als veel zorgwerkers emigreren, komt de gezondheidszorg in de herkomstlanden in de knel. Daarom moet massale emigratie vermeden worden of gecompenseerd
door de ontvangende landen. Thomas Schwartz van Medicus Mundi International: `Wat we nodig hebben is wereldwijde regelgeving voor zorgpersoneelsbeleid.'

Er is weinig bekend over deze migratiestromen, behalve dat ze voortdurend veranderen. Was er eerst sprake van grootschalige immigratie vanuit bijvoorbeeld Afrika en Zuid-Amerika naar landen als Engeland, Ierland en Spanje, tegenwoordig migreert zorgpersoneel binnen Europa, bijvoorbeeld vanuit
Spanje naar Duitsland. Ook in Afrika is iets soortgelijks aan de hand: zorgpersoneel verhuist meer naar andere Afrikaanse landen dan naar Europa of de Verenigde Staten.

Tijdens de conferentie werd benadrukt dat binnen Europa het recht op vrije verplaatsing een fundamenteel recht is. Iets wat ook buiten Europa erkend wordt. Willen we dat recht blijven onderkennen en werken aan sterke gezondheidsstelsels, binnen en buiten Europa, dan hebben we uitgekiende
maatregelen nodig. Daarbij hoort investering in betere werkomstandigheden, zodat mensen minder aanleiding hebben om weg te gaan. En bestemmingslanden moeten op zoek naar andere oplossingen voor (tijdelijke) tekorten dan `makkelijke' internationale werving zonder enige vorm van compensatie.

Samenhangend beleid

De geschetste situatie is bekend bij de verschillende Directoraten-Generaal. Zo gebruikt de Europese Commissie de Cohesie- en Structurele Fondsen om de uitdagingen in de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. Lidstaten die extra financiering willen om hun gezondheidszorg te verbeteren, kunnen daar
aanspraak op maken. DG Gezondheid ondersteunt en werkt samen met de Joint Action on Health Workforce Planning and Forecasting: lidstaten krijgen meer inzicht in welk en hoeveel zorgpersoneel zij in de toekomst nodig hebben. DG Ontwikkelingssamenwerking ondersteunt het programma `From brain
drain to brain gain' en heeft een Migration Trust Fund opgericht om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

Tijdens de plenaire discussie pleitten de deelnemers voor verdergaande stappen. Moet het uitgangspunt zijn dat rijke landen zelfvoorzienend worden met het gezondheidspersoneel? Wordt het niet eens tijd om op te houden met de gezondheidszorg te zien als een consumptieve sector die alleen maar
geld opmaakt, maar juist als een sector die waarde toevoegt aan de maatschappij, namelijk gezondheid, werkgelegenheid en economische groei, een sector dus waarin moeten investeren? Sommige deelnemers misten op de conferentie grote financiers zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dat
met afgedwongen bezuinigingen de gezondheidszorg in arme landen nog verder ondermijnt. En waar waren DG Financien, de landenministeries van Financien en DG Onderzoek?

De weg vooruit

Da afloop van het project Health Workers for All betekent gelukkig nog niet het einde van de inspanningen voor een beter zorgpersoneelsbeleid. Projectleider Linda Mans van Wemos benadrukt dat de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) Europa de gelegenheid geven om deel van de oplossing te
worden, in plaats van deel van het probleem te blijven. Want de SDGs zetten zowel rijke als arme landen aan het werk. Wat kunnen we doen om elkaar vooruit te helpen?

We moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat nationale overheden eigen beleid kunnen blijven maken zonder last te hebben van tegenwerkende handels- en investeringsovereenkomsten, of regelgeving die belastingontduiking mogelijk maken. Op mondiaal niveau moeten we blijven streven naar `global
governance', wereldwijde regelgeving en bestuur. Tot slot: misschien moeten we streven naar een Europees in plaats van nationaal beleid voor het zorgpersoneel, met een beroep op het subsidiariteitsprincipe van de Europese Unie.

Kortom: er is nog genoeg werk aan de winkel. Daarom is het fijn dat Medicus Mundi International de cooerdinatie van de Europese lobby onder zijn hoede wil nemen.

Lees meer over Health Workers for All
Lees meer over Wemos' werk op het thema Zorgpersoneel