Vooral in krimpgebieden banenverlies onderwijs
Verhoudingsgewijs is er in het onderwijs het grootste banenverlies in krimpgebieden. Bijna 12 procent van de banen in het onderwijs ging in de krimpgebieden verloren, tegenover ruim 3 procent landelijk gezien. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In de krimpgebieden (zes regio's) waar de bevolking tussen 2008 en 2015 afnam, is het aantal banen van werknemers sterker gedaald dan gemiddeld. Vooral in de noordelijke krimpregio's was de terugloop van het aantal banen groot (met 9 procent het sterkst). In het onderwijs ging in krimpgebieden 11,8 procent van de banen verloren. Deze ontwikkeling hangt samen met het afnemende aantal kinderen in de basisschoolleeftijd in krimpgebieden.
Het voortgezet onderwijs kan de komende jaren in krimpgebieden een forste leerlingendaling tegemoetzien, zoals al eerder bleek uit de Referentieraming 2015.
Ondanks het banenverlies ziet het UWV in de komende jaren ook in krimpgebieden personeelstekorten ontstaan. Dat komt door de vergrijzing (waardoor oudere leraren de komende tijd met pensioen gaan) en de terugloop van jongeren dat een baan in het onderwijs ambieert. Door de vergrijzing lopen de lerarentekorten in het basisonderwijs op tot 4 duizend fte in 2020, aldus de Sectorbeschrijving Onderwijs van het UWV.