In hoger beroep tot 12 jaar cel geeist in zaak Zuiderdiep Groningen


15 december 2015 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden heeft in hoger beroep twaalf en tien jaar cel geeist tegen respectievelijk twee Colombiaanse mannen van inmiddels 34 en 35 jaar die verantwoordelijk worden gehouden voor de gewelddadige dood van de 65-jarige Nico Leeuwe uit Groningen in de nacht van 15
op 16 september 2011.

Het slachtoffer werd op die dag dood aangetroffen in een gang bij zijn woning direct naast de rosse buurt in Groningen. Leeuwe, die in deze buurt bekend stond als de boodschappenman van de prostituees, moet een vreselijke dood zijn gestorven. Hij werd liggend op de grond met zijn gezicht naar
beneden, met zijn armen en benen vastgebonden en met tape om zijn hals, aangetroffen. Hoe lang hij daar heeft gelegen en wat er zich tijdens de bewuste nacht exact heeft afgespeeld blijft onduidelijk. Wat wel vast staat is dat beide verdachten op de plaats delict zijn geweest. Van beide
verdachten werden meerdere DNA-sporen aangetroffen.

Uit nader onderzoek in hoger beroep naar de doodsoorzaak is vast te stellen dat het slachtoffer als gevolg van het op hem uitgeoefende geweld om het leven is gekomen. Een andere doodsoorzaak, eventueel hartfalen, waar in de rechtbankprocedure nog enigszins rekening mee moest worden gehouden,
wordt definitief uitgesloten. Het geweld is door beide verdachten uitgeoefend. Daarmee kan de dood van het slachtoffer ook aan beide verdachten worden toegerekend; er is dan ook sprake van medeplegen. De man die de hoogste straf tegen zich hoorde eisen ziet het OM als initiatiefnemer en als
degene die als eerste het geweld heeft toegepast.

De kern van de zaak draait er om of verdachten bij het plegen van de geweldshandelingen jegens het slachtoffer wel of geen opzet hadden op zijn dood. De rechtbank vond van wel en legde vijftien jaar cel op. De officier van justitie vond van niet en kwam tot een eis van tien jaar. De verdachten
stelden hoger beroep in.

Grondige bestudering van de stukken, waaronder het vonnis van de rechtbank, en een nieuwe beoordeling van de zaak door de advocaat-generaal, leiden tot de conclusie dat het OM bij zijn standpunt blijft dat geen sprake is geweest van opzet. "Uit het dossier blijkt onvoldoende dat verdachten bij
de mishandeling van het slachtoffer ook opzet hadden op zijn dood. In de visie van het OM is het geweld en knevelen gedaan om de beroving van het slachtoffer mogelijk en makkelijker te maken, niet met de bedoeling om het slachtoffer van het leven te beroven. Het gevolg, het overlijden van het
slachtoffer, kan verdachten wel worden verweten. Er is dan ook sprake van diefstal met geweld met de dood tot gevolg."

Een langdurige celstraf is voor beide verdachten op zijn plaats, zo vindt de advocaat-generaal. "Het slachtoffer heeft zijn laatste minuten of uren in eenzaamheid moeten slijten, vastgebonden aan handen en voeten en deels nog met de tape voor zijn gezicht. Zijn ademhaling werd belemmerd en hij
is uiteindelijk gestikt. Een wrede dood. Het dierbaarste bezit dat hij had, zijn leven, is hem op gruwelijke wijze ontnomen. Zijn overlijden heeft grote impact gehad op zijn nabestaanden. Een onbeschrijflijk leed is hen aangedaan waarmee zij nog dagelijks worden geconfronteerd." Diefstal met
geweld met de dood tot gevolg, is een minder ernstig delict dan de gekwalificeerde doodslag die de rechtbank bewezen achtte. De geeiste straffen in hoger beroep vallen dan ook lager uit dan de opgelegde straf door de rechtbank.

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Deel dit op

*