Wlz-zorg thuis blijft deels in handen van gemeenten


Home | Nieuws | Wlz-zorg thuis blijft deels in handen van gemeenten

Wlz-zorg thuis blijft deels in handen van gemeenten

Door: Zorgvisie

15 december 2015
[IMG]

Mensen die zorg thuis krijgen via de Wet langdurige zorg (Wlz) zullen ook komend jaar nog voor woningaanpassingen, hulpmiddelen en huishoudelijke hulp moeten aankloppen bij gemeenten. Oorspronkelijk zouden zorgkantoren deze taken gaan uitvoeren in 2016, maar ze zijn er nog niet klaar voor. Dat
blijkt uit de recent gepubliceerde wetswijziging hierover.

Via het zogenoemde volledig pakket thuis (vpt) en het modulair pakket thuis (mpt) kunnen mensen die recht hebben op zorg vanuit de Wlz die thuis ontvangen. Omdat het om Wlz-zorg gaat zijn de zorgkantoren, ook wel Wlz-uitvoerders genoemd, hier formeel verantwoordelijk voor. Maar voor
woningaanpassingen, hulpmiddelen en huishoudelijke hulp is bij de zorgkantoren nog te weinig bekend over de doelgroep om dit goed te kunnen doen. Daarom voeren gemeenten die zaken nu uit. Het was de bedoeling van het ministerie dat zorgkantoren er in 2016 wel klaar voor zouden zijn, maar dat
blijkt niet gelukt. Daarom blijft de huidige situatie dat gemeenten die taken uitvoeren zeker ook volgend jaar nog gehandhaafd.

Gegevens uitwisselen
Hoe lang gemeenten de zorgtaken blijven doen, staat niet beschreven in de wetswijziging. Dat kan later beslist worden. De staatssecretaris schrijft: 'Voor een zorgvuldige overheveling is nodig dat er inzicht is in het aantal clienten voor wie deze aanpassing geldt, welk budget hiermee
samenhangt en op welke wijze gemeenten en zorgkantoren op structurele basis hierover gegevens uit kunnen wisselen. Uit onderzoeken is echter geleken dat er nog onvoldoende zicht bestaat op de consequenties van de wijziging van de uitvoering voor de clienten en het daarvoor benodigde budget nog
niet goed vast te stellen. Geconcludeerd moet dan ook worden dat het niet gewaarborgd is dat voor 2016 de overheveling van deze taken naar de Wlz-uitvoerders voorspelbaar en beheersbaar kan plaatsvinden.'

Bron: Zorgvisie