Dekker onderstreept belang brede brugklassen en burgerschapsonderwijs | www.avs.nl

Het is belangrijk dat het onderwijs een bijdrage levert een de ontwikkeling van burgerschapsonderwijs. De achterblijvende ontwikkeling van burgerschap hangt niet samen met het afnemen van brede brugklassen. Dat schrijft staatssecretaris Dekker van Onderwijs in een brief waarin hij de schriftelijke vragen beantwoord van Tweede Kamerleden Loes Ypma en Tanja Jadnanansing van de PvdA.

De Kamerleden stellen hun vragen naar aanleiding van het in oktober verschenen rapport `Onderwijsstelsels vergeleken'. Het rapport concludeert dat kinderen met laagopgeleide ouders in het Nederlandse onderwijsstelsels vaker doorstromen naar lagere schooltypen dan kinderen met vergelijkbare prestaties, maar met hoogopgeleide ouders. Het onderzoek gaat ook in op het effect van brede brugklassen op burgerschapsvorming. Dekker schrijft in zijn brief dat hij het ongewenst vindt als de kansen van kinderen bepaald worden door de positie van hun ouders. "Ik vind dit een belangrijk signaal en de minister en ik volgen deze ontwikkeling zorgvuldig."

Eindtoets po

Het rapport wijst ook op het belang van een objectieve eindtoets voor het basisonderwijs. Volgens de onderzoekers zorgt dit ervoor dat leerlingen in een schooltype terechtkomen op basis van hun cognitieve prestaties, zonder dat niet-cognitieve factoren daarin een rol spelen. Dekker benadrukt juist dat het schooladvies belangrijk is, omdat het gebaseerd is op een meerjarig inzicht in de ontwikkeling van de leerling, waarin ook werkhouding, motivatie, sociaal-emotionele ontwikkeling of studievaardigheden een rol kunnen spelen. "De eindtoetsscore speelt nog een belangrijke rol als second opinion."

Burgerschapsonderwijs en brede brugklassen

De motie-indieners vragen ook wat Dekkers mening is over de in het rapport beschreven conclusie dat de ontwikkeling van burgerschap bij leerlingen achterblijft, omdat veel scholen ervoor kiezen de brugklas helemaal af te schaffen en de kinderen vanaf de start van het voortgezet onderwijs te scheiden op niveau. Dekker antwoordt dat er in het rapport ook een longitudinaal onderzoek genoemd wordt, waarin naar voren komt dat in Nederland verschillen tussen burgerschapscompetenties op 15-jarige leeftijd juist niet samenhangen met de niveauplaatsing van vo-leerlingen. "De veronderstelling dat de achterblijvende ontwikkeling van burgerschap samenhangt met het afnemen van brede brugklassen, wordt dus niet ondersteund door het onderzoek. De geconstateerde verschillen in burgerschapscompetenties waren al aanwezig in groep acht van de basisschool."

Verder wijst Dekker erop dat hij burgerschapsonderwijs een grote plaats geeft in de opdracht die hij verstrekt heeft aan het Platform Onderwijs2032. Hij onderschrijft ook het belang van brede brugklassen. "Voor sommige leerlingen is het goed om het selectiemoment wat uit te stellen." Wel benadrukt de bewindsman dat "de brede brugklas niet voor alle leerlingen de beste oplossing hoeft te zijn."