Mbo wil geen Haagse regels voor vormen colleges

Het plan van minister Bussemaker van Onderwijs om mbo-instellingen kleiner en persoonlijker te maken is slecht gevallen bij roc-bestuurders, toezichthouders, vakbonden en studenten. Vooral de verplichting om mbo-colleges te vormen vinden de betrokkenen ongewenst. Dat moet een vrije keuze zijn van de scholen zelf. De minister moet dat niet gaan opleggen.

Dat schrijven de betrokkenen vandaag in een gezamenlijke brief aan de minister en de Tweede Kamer. De AOb ondertekende de brief ook, net als de roc-bestuurders, studentenorganisatie JOB, andere vakbonden en toezichthouders.

Eind november kondigde Bussemaker aan dat ze bezig is met een wetsvoorstel dat roc's in principe verplicht om zich op te delen in colleges met maximaal vijfduizend studenten. De onderwijsminister wil af van de leerfabrieken en doorgeschoten schaalvergroting.

Slecht gevallen

Het beeld van onpersoonlijke leerfabrieken is bij veel docenten en studenten slecht gevallen. `Het doet geen recht aan de werkelijkheid', schrijven de organisaties in hun brief. Over kleinere scholen zijn studenten niet per definitie meer tevreden dan over grotere scholen. Op de reorganisatie die Bussemaker voorstelt zit niemand te wachten, aldus de betrokkenen. Het plan staat haaks op waar het mbo mee bezig is. Bovendien zijn veel roc's al actief om kleinschaligheid te bevorderen bijvoorbeeld door onderwijsteams in te stellen.

Steun

Het mbo zou veel liever de steun van de minister willen om het gesprek over kleinschaligheid in de scholen zelf op gang te krijgen. Er moet dan vertrouwen zijn dat die gesprekken in de scholen leiden tot een betere kwaliteit. Daar zijn geen Haagse regels voor nodig die de verantwoordingslast groter maken.

De AOb vindt ook dat er een andere aanpak nodig is, dan wat de minister nu voorstelt. "Niet het denken vanuit de grootte van roc's moet voorop staan", zegt AOb-bestuurder Ben Hoogenboom. "Maar het denken vanuit de inhoud: wat is er nodig om goed onderwijs te realiseren? Uit onderzoeken blijkt dat vakbekwame docenten die de tijd en ruimte hebben om te werken aan verbetering van het onderwijs het verschil maken. Schaalgrootte is dan de uitkomst van een proces en niet het uitgangspunt."