Rijk mag kinderrechten niet uitbesteden aan gemeenten
8 dec 2015
De plaats waarin je woont, bepaalt steeds meer of je als kind toegang hebt tot je rechten. Dat stelt de Kinderombudsman in de Kinderrechtenmonitor 2015, die vandaag wordt gepubliceerd. De Kinderombudsman signaleert in deze monitor dat de zorg voor kwetsbare groepen kinderen steeds meer een taak is van gemeenten.
Kinderombudsman Marc Dullaert: "De Nederlandse Staat heeft het Kinderrechtenverdrag ondertekend en kan de naleving hiervan niet uitbesteden aan gemeenten."
Dat je woonplaats van toenemende invloed is, geldt bijvoorbeeld op het terrein van de jeugdhulp. Sinds 1 januari zijn gemeenten hiervoor verantwoordelijk. Gemeenten richten een eigen jeugdhulpsysteem in en maken verschillende keuzes. Daardoor wordt de plaats waarin je woont bepalend voor de zorg die je ontvangt. Ook kinderen die opgroeien in armoede zijn voor ondersteuning afhankelijk van de gemeenten waarin ze wonen. Hetzelfde geldt voor kinderen die te maken krijgen met geweld, net als bij jeugdhulp moet er voldoende expertise in gemeenten aanwezig zijn om problemen op tijd te signaleren. Ook vluchtelingenkinderen die worden opgevangen in een crisis- of noodlocatie zijn afhankelijk van de inzet van gemeenten, bijvoorbeeld wat betreft de kwaliteit van de huisvesting en hoe lang kinderen daar kunnen verblijven.
De Kinderombudsman signaleert dat er op diverse terreinen verschillen ontstaan tussen gemeenten. De Kinderombudsman wijst er echter op dat de Nederlandse Staat het Kinderrechtenverdrag heeft getekend en dat het de naleving van deze rechten niet uitsluitend aan gemeenten kan worden overgelaten. Het Rijk moet er te allen tijde op toezien dat kinderen krijgen waar ze recht op hebben, ongeacht hun woonplaats. Het Rijk moet gemeenten ondersteunen en controleren of de kinderrechten voldoende zijn geborgd.
Kwetsbare groepen kinderen
Met de meeste kinderen in Nederland gaat het goed. Maar kinderen die het minder goed getroffen hebben, zijn de laatste jaren verder in de knel geraakt. De Kinderombudsman stelt in de monitor dat het Rijk extra aandacht moet hebben voor kwetsbare groepen, zoals kinderen die jeugdhulp nodig hebben, slachtoffer zijn van geweld, opgroeien in armoede, op de vlucht zijn of wonen in Caribisch Nederland.
Kinderen die naar Nederland gevlucht zijn
De Kinderombudsman maakt zich ernstige zorgen over vluchtelingenkinderen. Zij bevinden zich in een bijzonder kwetsbare positie. Sinds de hoge instroom staan de rechten van vluchtelingenkinderen onder druk. Een aantal vormen van opvang (onder andere nood- en crisisopvang, (pre-)POL-locaties, en gezinslocaties) is niet kindvriendelijk, er is niet altijd toegang tot onderwijs en er zijn weinig activiteiten voor kinderen. Het is daarnaast onacceptabel dat vluchtelingenkinderen de afgelopen maanden soms wel 7 of 8 keer moesten verhuizen naar verschillende crisisopvangplekken. Dit brengt kinderen ernstig uit evenwicht. Nu de vluchtelingenkinderen zich hier bevinden moet de overheid ervoor zorgen dat hun rechten net zo goed geborgd worden als die van alle andere kinderen.
Kinderen die slachtoffers zijn van geweld
Jaarlijks worden ruim 118 duizend kinderen verwaarloosd of mishandeld. De Kinderombudsman pleit voor een beter implementatie van de meldcode bij vermoedens van kindermishandeling. De Kinderombudsman vindt dat professionals adequaat getraind moeten worden in het herkennen van slachtoffers. Daarnaast moet de zorg voor slachtoffer verbeteren. Circa de helft van de kinderen die wordt gemeld bij Veilig Thuis, was al eerder bekend. Er is onvoldoende opvolging gegeven aan meldingen en dat houdt kinderen in onveiligheid.
Kinderen die jeugdhulp nodig hebben
De Kinderombudsman maakt zich zorgen over de toegang en de kwaliteit van de jeugdhulp nu gemeenten hiervoor verantwoordelijk zijn. De Kinderombudsman betwijfelt of alle gemeenten kinderen wel de juiste hulp kunnen bieden, als ze nog zoekend zijn in hun taken en bevoegdheden en nog niet de juiste expertise hebben. Ook is het onaanvaardbaar dat een aantal gemeenten omwille van financien op de stoel van de hulpverlener gaat zitten.
Kinderen die opgroeien in armoede
Het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, is de afgelopen jaren fors toegenomen. In 2013 leefden 423 duizend kinderen in armoede, in 2010 ging het nog om 314 duizend. In het bijzonder lopen kinderen van alleenstaande ouders (vaak moeders), kinderen van ouders die leven van een bijstandsuitkering en kinderen met een niet-westerse achtergrond een groot risico om in armoede op te groeien. In een welvarend land als Nederland mogen we niet accepteren dat armoede kinderen beperkt in hun ontwikkelingsmogelijkheden.
Kinderen die in Caribisch Nederland wonen
Ook kinderen die in Caribisch Nederland wonen verdienen extra aandacht. Veel kinderen groeien hier op in armoede, de kwaliteit van de jeugdhulp en het onderwijs is onvoldoende en er is geen
apart jeugdstrafrecht. De Nederlandse overheid moet ervoor zorgen dat de toegang tot rechten van deze kinderen net zo goed is als van kinderen in alle andere Nederlandse gemeenten.
Kinderrechtenmonitor
Deze Kinderrechtenmonitor brengt in beeld hoe het met hen is gesteld was in 2014. Aan de hand van cijfers, nieuwe wetgeving, relevante rechterlijke uitspraken, beleidsontwikkelingen en onderzoeken geeft deze monitor inzicht in de ontwikkelingen waarmee kinderen en jongeren te maken hebben. In zijn slotbeschouwing neemt de Kinderombudsman ook relevante ontwikkelingen uit 2015 mee.