Hoger beroep in zaken Exloo en Dwingelderveld
7 december 2015 - Arrondissementsparket Noord-Nederland
De officier van justitie eiste op 26 oktober jl. tegen de broers twee keer een levenslange gevangenisstraf wegens moord in vereniging. De twee broers worden verdacht van het vermoorden van een echtpaar uit Exloo en een man op het Dwingelderveld. De officier van justitie stelt hoger beroep in
tegen het vonnis ten aanzien van de beide broers.
Wat legde de rechtbank op?
De rechtbank Noord-Nederland veroordeelde de oudste broer tot een gevangenisstraf van 30 jaar en tbs met dwangverpleging. De jongste broer werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 jaar. De rechtbank sprak beide broers vrij van moord op dhr. Smit omdat geen sprake zou zijn van
voorbedachte rade. De oudste broer werd veroordeeld voor doodslag met beroving van de heer Smit. De jongste broer werd veroordeeld voor diefstal met geweld met als gevolg de dood van dhr. Smit. Beide broers zijn veroordeeld voor moord op het echtpaar Veenendaal. Hier oordeelde de rechtbank dat
wel sprake was van voorbedachte rade.
Waarom in hoger beroep?
De officier van justitie is van mening dat ten aanzien van beide broers moord bewezen kan worden in de zaak van de heer Smit. Dhr. Smit is niet `in een opwelling' neergeschoten, maar er was wel degelijk sprake van voorbedachte rade. Bovendien zijn volgens de officier van justitie beide broers
gezamenlijk verantwoordelijk.
De tweede reden om in hoger beroep te gaan, is de keuze en de motivering van de tbs met dwangverpleging ten aanzien van de oudste broer. De officier van justitie kan zich niet vinden in de keuzes die door de rechtbank zijn gemaakt in de verschillende rapportages en de conclusie die op basis
daarvan zijn getrokken.
Tot slot heeft de officier van justitie met volle overtuiging levenslang gevraagd voor de beide verdachten dit gelet op de ernst van de feiten en de genoegdoening aan de nabestaanden. De officier van justitie is van mening dat (los van de discussie die over de levenslange gevangenisstraf is
ontstaan) de beide zaken aan het Gerechtshof moeten worden voorgelegd om opnieuw de vraag aan de orde te stellen of in beide zaken een levenslange gevangenisstraf kan worden opgelegd.
Deel dit op
*