Woonbeleid blijft groepen over het hoofd zien
04 dec 2015
Woonbeleid blijft groepen over het hoofd zien
De overheid richt zich bij het maken van beleid rond goed wonen voor mensen met een beperking vooral op ouderen. Dit bleek opnieuw bij het debat over de huisvesting van doelgroepen op 2 december. De aandacht moet echter ook uitgaan naar de woonproblemen van jongeren en andere groepen met een beperking.
Op 2 december sprak de Tweede Kamer over zelfstandig wonen voor mensen met een beperking of een chronische ziekte. Dit gebeurde als onderdeel van een breder debat over de huisvesting van specifieke doelgroepen. Naast mensen met een beperking waren daarom ook studenten en vluchtelingen onderwerp van gesprek. Een overladen agenda, die ertoe leidde dat een zorgvuldige behandeling van de huisvesting van mensen met een beperking niet goed uit de verf kwam.
De overheid richt zich met haar beleid voor langer zelfstandig wonen vooral op ouderen. Dat heeft echter tot gevolg dat belangrijke groepen in het woonbeleid over het hoofd worden gezien, signaleert Ieder(in). Het gaat bijvoorbeeld ook om jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking die het huis uitgaan, en om mensen met psychische aandoeningen die na een opname opnieuw een woning zoeken. Veel mensen met een beperking ervaren grote problemen door het tekort aan geschikte en betaalbare woningen. Het woonbeleid moet zich daarom richten op alle (leeftijds)groepen. Helaas kwam dat ook in dit debat te weinig naar voren.
Wel deed minister Blok van Wonen en Rijksdienst de toezegging dat er begin 2016 een eindrapportage komt van het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen. Naar aanleiding van deze rapportage zal de Tweede Kamer opnieuw met de minister het debat aangaan. Ieder(in) zal de Kamerleden aansporen om deze herkansing goed te benutten en aansturen op een concreet actieplan voor vernieuwend woonaanbod voor mensen met een zorgvraag.