Netwerkbijeenkomst 'crisisbeheersing met Friese nuchterheid'

Veiligheidsregio Fryslan organiseerde dit jaar voor het eerst een netwerkbijeenkomst voor haar crisisfunctionarissen. Tijdens de bijeenkomst op vrijdag 27 november werd aan de hand van de bommelding Jumbo-supermarkt in Groningen en de toestroom van vluchtelingen in Fryslan en de rol van de veiligheidsregio daarin stilgestaan bij vragen als: is de GRIP-structuur heilig? Werkt deze altijd bevorderend of soms juist belemmerend? Daarnaast was er tijd om nader kennis te maken en ervaringen uit te wisselen.

Crisisbijeenkomst

Bommelding JUMBO-supermarkten Groningen

Begin mei van dit jaar werd bij een vestiging van Jumbo-supermarkten in Groningen een explosief gevonden. Ditt explosief werd op tijd onschadelijk gemaakt. Bij een andere Jumbo-vestiging in de stad ontplofte eind mei wel een explosief. Robert de Wit was op zaterdag 6 juni als Leider CoPI betrokken bij de bommelding bij weer een andere Jumbo in Groningen. Hij vertelde over hoe hij dit incident heeft beleefd. Tijdens dit incident is opgeschaald naar GRIP 1 en hadden met name de politie en gemeente een belangrijke rol. Naast GRIP 1 was er ook een Staf Grootschalig- en Bijzonder Politie Optreden (SGBO) en Team Grootschalige Opsporing (TGO) actief. Na overleg met de operationeel leider is destijds besloten om niet verder op te schalen.

GRIP-structuur flexibel inzetten of niet?

Vervolgens zijn we aan de hand van de rol van de veiligheidsregio bij de toestroom van vluchtelingen in Fryslan en stellingen in gesprek gegaan over de GRIP-structuur. Pier van Olphen Hoofd Samenleving gemeente Franekeradeel, cooerdineerde vanuit de gemeente de crisisnoodopvang van vluchtelingen in Sporthal de Trije in Franeker en Annegien de Vries, beleidsmedewerker Veiligheidsregio Fryslan, die gemeenten hierbij ondersteunt, vertelden over hoe zij het proces tot nog toe hebben ervaren. En hoe zij kijken naar GRIP-opschaling in deze situatie.

Conclusie: GRIP-structuur biedt duidelijkheid

Uit de discussie over de crisisnoodopvang van vluchtelingen kwam naar voren dat de GRIP-structuur duidelijkheid biedt. "We weten wie we kunnen verwachten en wat ieders rol is." Wel is het zo dat niet alle hulpverleningsdiensten bij ieder incident een rol hebben. Als dit duidelijk wordt, kunnen deze functionarissen weer naar huis. Dat is misschien vervelend, maar `beter mee verlegen, dan om verlegen'. Zo vaak hebben we geen GRIP-incident.

Ook voor de casus crisisnoodopvang vluchtelingen hadden de functionarissen die betrokken waren bij de eerste locaties (Harlingen en Heerenveen) hieraan achteraf de voorkeur gegeven. Vooral de snelheid waarmee capaciteit dan beschikbaar komt en de onbekendheid met dit type incident, waren daarbij belangrijke argumenten. Daarna had weer vrij snel afgeschaald kunnen worden.

Menno van Duin trekt een vergelijkbare conclusie in zijn inleiding van zijn boek over de minicrises 2014, namelijk dat flexibele invulling van GRIP zijn grenzen kent: "Al te creatief werken met GRIP en de betrokkenen daarbij onvoldoende meenemen, kan leiden tot verwarring." De ontwikkelingen rond `Flexibilisering van de GRIP' krijgt in 2016 een vervolg.