VVD en D66 willen Noord-Hollands winkelbeleid doorlichten
- PERSBERICHT -
VVD en D66 willen Noord-Hollands winkelbeleid doorlichten
Haarlem, 3 december 2015
Als het aan de VVD en D66 ligt, gaat het provincie bestuur van Noord-Holland de regionale regels voor de vestiging van winkels nog eens goed bekijken.
Beide partijen willen er zeker van zijn dat de nu geldende vestigingsregels voor detailhandel in Noord-Holland niet in strijd zijn met nationale en Europese wetten. Een uitspraak van de Kroon op 2 december geeft beide fracties aanleiding daar serieus aan te twijfelen.
Naar aanleiding van een beroep ingesteld door winkelbedrijf Decathlon is de werking van een deel van de ruimtelijke regels van de provincie Zuid-Holland vandaag geschorst. De Kroon vindt dat de provincie de voor bedrijven belangrijke vrije vestigingsregels van de Europese Unie niet goed heeft toegepast. Met name uitzonderingsregels voor bepaalde soorten detailhandel op bedrijventerreinen baart de Kroon zorgen.
“Noord-Holland legt, net als Zuid-Holland, detailhandelsbedrijven beperkingen op als het gaat om vestiging op bedrijventerreinen. Nu de Kroon heeft aangegeven dat zij de wijze waarop de provincie Zuid-Holland dat gedaan heeft niet goed te vinden, moeten we niet afwachten tot een private partij ook de provincie Noord-Holland voor de rechter daagt. Dat moeten we zelf repareren als daar aanleiding toe is”, aldus VVD Statenlid en woordvoerder economie Marco Wiesehahn.
Flip de Groot, Statenlid en D66 woordvoerder economie, onderschrijft die lezing. “Het is nu aan het provinciebestuur om duidelijk te maken of onze Noord-Hollandse regels wel stand houden binnen de kaders van het nationale en internationale recht. We willen daar snel duidelijkheid over. Dan kunnen we begin volgend jaar aanpassingen goedkeuren als dat nodig blijkt”.
Het provinciaal bestuur moet binnen 30 dagen antwoorden op de door de VVD en D66 ingediende vragen. Op 16 januari verwachten de Statenleden het onderwerp openbaar te bespreken met de verantwoordelijke gedeputeerde Jaap Bond.
Vragen:
1. Is het college van Gedeputeerde Staten bekend met de uitspraak in het Kroonberoep van Decathlon tegen de provincie Zuid-Holland?
2. Is het college van Gedeputeerde Staten het met VVD en D66 eens dat de uitspraak ook voor de provincie Noord-Holland consequenties kan hebben?
3. Is het college van GS bereid het vigerende Noord-Hollandse detailhandelsbeleid in relatie tot de PRV te toetsen aan deze uitspraak, aan de Wro en aan de dienstenrichtlijn van de Europese Unie?
4. Zo nee, waarom niet?
5. Kan het college de uitkomsten van die toets voorafgaand aan de eerste reguliere vergadering van de commissie EEB op 18 januari 2016 afgerond en gedeeld hebben?
6. Zo nee, wanneer kunnen de uitkomsten van die toets worden voorgelegd aan de commissie EEB?