Minister Blok geen voorstander van extra huisvesting vergunninghouders in krimpgebieden

03 december 2015

Minister Blok vindt het geen goed idee om de huisvesting van vergunninghouders te concentreren in krimpgebieden. Dit antwoordde de VVD-minister van Wonen en Rijksdienst op vragen uit de Tweede Kamer op 2 december tijdens het Algemeen Overleg over de Huisvesting van Doelgroepen, waaronder vergunninghouders. De minister gaf aan dat in krimpgebieden meestal ook een gebrek aan banen is, waardoor vergunninghouders geen goede toekomst kan worden geboden. Kamerlid Bashir (SP) droeg aan dat de huisvesting van vergunninghouders juist kan zorgen voor extra banen, bijvoorbeeld door de instandhouding van buurtwinkels en scholen. Maar dit overtuigde de minister niet: "Er zijn wel heel veel vergunninghouders nodig om een buurtwinkel of school in stand te kunnen houden. Dat staat niet in verhouding. Bovendien zullen nieuwe vergunninghouders ook veelal eerst een beroep moeten doen op de bijstand."

De Tweede Kamer heeft verder zorgen of de maatregelen in het onlangs gesloten bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten afdoende zijn om de verwachte hoge instroom ook in 2016 het hoofd te kunnen bieden. In het bestuursakkoord is afgesproken om voor 14.000 vergunninghouders een huisvestingsvoorziening te realiseren, bovenop de bestaande woningvoorraad. Hiermee kan de huidige `prop' van 16.000 vergunninghouders grotendeels uit de AZC's worden gehaald. Maar de hoge instroom van vluchtelingen nu zal binnen afzienbare tijd ook weer leiden tot een hoger aantal vergunninghouders dat een beroep doet op huisvestingscapaciteit in gemeenten. De Tweede Kamer heeft twijfel of deze eenmalige maatregel voldoende is om de problematiek structureel op te lossen. Overigens zijn in het bestuursakkoord ook andere maatregelen afgesproken, zoals het verhuren van rijkspanden en het faciliteren van de inzet van woningcorporaties.