Toekomstverkenning: verschillen tussen provincies nemen toe

Toekomstverkenning: verschillen tussen provincies nemen toe

02 december 2015

In de nieuwe Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving (WLO) blijkt dat de verschillen tussen de provincies en regio's verder zullen toenemen. Deze Toekomstverkenning kreeg minister Schultz-van Haegen vandaag aangeboden door het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving. Met name de demografische en economische verschillen tussen provincies en regio's zullen tot 2050 verder toenemen.

De nieuwe WLO-verkenning bevat twee mogelijke scenario's: `Hoog' en `Laag'. Scenario Hoog combineert een relatief hoge bevolkingsgroei met hoge economische groei. Scenario Laag kent een meer gematigde demografische ontwikkeling en een meer bescheiden economische groei. Het hoge scenario gaat uit van een relatief groot internationaal vertrouwen met bijbehorende veiligheid, florerende handel, liberalisering, concurrentie en globalisering. In het lage scenario zijn in de wereld meer spanningen en conflicten. Dit resulteert in grote verschillen in zowel bevolkingsgroei als economische ontwikkeling. In het hoge scenario groeit de bevolking nog met twee miljoen in 2050 en groeit de economie met 2% per jaar. In het lage scenario blijft de bevolking tot 2030 gelijk maar krimpt daarna en groeit de economie met 1%.

Trek naar de stad

Verwacht wordt dat de trek naar de stad door zal zetten. De vier grote steden zullen in dat geval de grootste groei blijven vertonen. Ook in de Randstad groeit de bevolking verder, in het hoge scenario anderhalf keer zo hard als de totale Nederlandse bevolking. Tegelijkertijd is bevolkings- en banengroei in veel gebieden niet meer zeker. In het lage scenario daalt de bevolking in acht van de tien provincies. De provincies Zeeland, Limburg en Drenthe krijgen zelfs te maken met een bevolkingskrimp van meer dan 10% tussen 2012 en 2050. Omdat ook de huishoudens nog steeds kleiner worden zal in zowel het hoge als het lage scenario het aantal huishoudens en de woningbehoefte in de meeste regio's nog wel toenemen. Faciliteren van de stijging van de woningbehoefte kan alleen een probleem worden in de regio's Haarlem, Gooi en Vechtstreek, Den Haag, IJmond en Zaanstreek..

Energie en mobiliteit

Andere opvallende ontwikkelingen die in de scenario's worden geschetst zijn: Nederland blijft bij ongewijzigd beleid ook in 2050 sterk afhankelijk van fossiele energie. Voor afvang en opslag van CO2 in de bodem (CCS) wordt daarom een belangrijke rol gezien. De internationaal gehanteerde tweegradendoelstelling wordt in geen van de scenario's gehaald. De opwarming van de aarde zal uitkomen op 2,5-3,0 graden in het hoge scenario en op 3,5- 4 graden in het lage scenario. Andere ontwikkeling is dat de mobiliteit en vooral ook het luchtverkeer verder zullen stijgen. Het aantal auto's stijgt minder hard, omdat deze duurder worden maar ook door de trek naar de stad en de vergrijzing. Wat dat laatste betreft nog een opvallend punt: Nu is nog een op de zes Nederlanders ouder dan 65 jaar, in 2050 geldt dat voor een op de vier.