In hoger beroep celstraffen en boete geeist in zaak brand Chemie-Pack
De advocaat-generaal in Den Bosch heeft in hoger beroep een geldboete van 1 miljoen euro geeist tegen Chemie-Pack Nederland B.V. en celstraffen van 2, 3 en 4 jaar tegen drie leidinggevenden van het chemiebedrijf. Tevens vorderde het OM tegen dit drietal een verbod om leiding te geven aan een
onderneming waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt.
Op 5 januari 2011 brak brand uit op het buitenterrein bij Chemie-Pack Nederland B.V. in Moerdijk, waar honderden containers met brandbare chemicalien stonden. De brand greep snel om zich heen en ontwikkelde zich tot een enorme vloeistofbrand die oversloeg naar de opslaghallen. Een reusachtige
zwarte rookwolk trok over het Hollandsch Diep in de richting van de Hoekse Waard en Dordrecht. Chemie-Pack en naastgelegen bedrijfspanden werden vrijwel volledig in de as gelegd. De brandweer slaagde er uiteindelijk in de brand te blussen. Er vielen geen doden of gewonden, wel hebben honderden
mensen melding gemaakt van gezondheidsklachten; personeel, hulpverleners en brandweerlieden hebben gevaar gelopen. De schade is beraamd op ruim 75 miljoen euro, de gevolgen voor het milieu waren aanzienlijk. De brand leidde landelijk tot beroering.
Het Openbaar Ministerie stelde vervolging in tegen de drie leidinggevenden van Chemie-Pack en tegen het bedrijf Chemie-Pack zelf. Het OM houdt de verdachten verantwoordelijk voor de gebrekkige naleving van de vergunning en de slechte veiligheidscultuur bij het bedrijf, waar werd gewerkt met
gevaarlijke stoffen. De rechtspersoon Chemie-Pack wordt onder meer beschuldigd van opzettelijke brandstichting, terwijl daaraan feitelijk leiding werd gegeven door de drie verdachten.
De rechtbank verklaarde de brandstichting niet bewezen en veroordeelde de verdachten tot taakstraffen varierend van 180 tot 240 uur en voorwaardelijke celstraffen (van 6 maanden); het bedrijf zelf kreeg een boete van 400.000 euro opgelegd. Zowel de verdachten als het OM gingen in hoger beroep
tegen het vonnis.
Met de opslag en verwerking van een (te) grote hoeveelheid brandbare stoffen, in strijd met de vergunning, is volgens het OM een zeer brandgevaarlijke situatie op het terrein van Chemie-Pack geschapen. Daarnaast was de veiligheidscultuur van het bedrijf onder de maat. De advocaat-generaal:
,,Uit het dossier komt een ontluisterend beeld naar voren van de veiligheidscultuur binnen Chemie-Pack. Een cultuur die gekenmerkt werd door veelvuldige en langdurige overtreding van de vergunningvoorschriften. Een cultuur die erin bestond dat bij Chemiepack in die periode ongewenste,
onveilige en gevaarlijke handelingen tot de orde van de dag behoorden. Een cultuur waarbinnen de verantwoordelijke leidinggevenden veiligheid, gezondheid en milieu niet belangrijk vonden. In werkelijkheid draaide alles om korte termijn geld en het kost wat kost doorgaan van de productie. Een
dergelijke cultuur is altijd de verantwoordelijkheid van de leiding van een onderneming.''
Een terugkerend probleem bij Chemie-Pack waren bevriezende pompen. Storingen werden geregeld verholpen met behulp van een gasbrander; een uiterst gevaarlijke methode, in combinatie met brandbare stoffen. Het gebruik van de brander heeft uiteindelijk de calamiteit veroorzaakt.
Chemie-Pack had de risico's en de mogelijke gevolgen daarvan moeten beperken, oordeelt het OM. Bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, hebben extra zware verplichtingen ten aanzien van veiligheid en milieu.
,,De opeenstapeling van de gemankeerde bedrijfsvoering heeft geleid tot de alles vernietigende brand'', aldus de advocaat-generaal. In plaats van het treffen van noodzakelijke maatregelen, ter vergroting van de veiligheid en beheersing van de risico's, liet de bedrijfsleiding het gebeuren,
merkte de aanklager in hoger beroep op.
De advocaat-generaal hekelde het feit dat de drie leidinggevenden nauwelijks enige medewerking hebben willen verlenen aan het onderzoek naar de oorzaak van de brand en dat zij alle ten aanzien van hen belastende verklaringen hebben betwist. ,,Zij geven er blijk van weinig tot geen
verantwoordelijkheid te nemen voor de situatie zoals die bij Chemie-Pack bestond voorafgaande aan en op 5 januari 2011.''
Een datum voor de uitspraak staat nog niet vast.
Deel dit op
*