Grote stap in behandeling bacteriële hersenvliesontsteking

Grote stap in behandeling bacteriële hersenvliesontsteking

1 december 2015

Bacteriële hersenvliesontsteking komt steeds minder voor. Dit komt door het vaccineren van kinderen tegen de ziekte. De kans op een besmetting is daardoor sterk afgenomen. Bovendien overlijden er minder volwassenen aan de ziekte door het gebruik van de ontstekingsremmer dexamethason. Dit publiceren onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum, vandaag in The Lancet Infectious Diseases.

“We zien een sterke afname in het aantal besmettingen over de afgelopen acht jaar. Daarnaast is de prognose van de ziekte verbeterd door de invoering van een onstekingsremmer dexamethason naast antibiotica”, aldus prof. dr. Diederik van de Beek, neuroloog in het AMC. Zo kreeg in de periode 2007-2008 gemiddeld 1,72 per honderdduizend personen een bacteriële hersenvliesontsteking en is dit cijfer in de periode 2013-2014 bijna gehalveerd.

De onderzoekers komen tot deze conclusies op basis van een cohortstudie waarbij ze materiaal en gegevens analyseerden van ruim 1400 volwassenen die bacteriële hersenvliesontsteking kregen tussen 2006 en 2014. De onderzoekers onderzochten de kenmerken van de ziekteverwekkers in relatie tot het ziektebeloop en de prognose. Daarbij keken ze naar alle soorten bacteriële hersenvliesontstekingen. Deze zijn ernstiger dan hersenvliesontsteking door virale infecties.

Het aantal ziektegevallen daalt volgens de onderzoekers door het routinematig vaccineren van kinderen in het Rijksvaccinatieprogramma. De bacterie die hersenvliesontsteking veroorzaakt is daardoor minder in omloop waardoor de kans op besmetting in de Nederlandse bevolking steeds verder afneemt. Daarnaast is er een nieuwe behandeling tegen hersenvliesontsteking geïntroduceerd, de ontstekingsremmer dexamethason, die op grote schaal wordt toegepast in Nederland.

De gegevens en het materiaal die de basis vormden voor deze studie liggen opgeslagen in de grootste biobank ter wereld voor bacteriële meningitis, gevestigd in het AMC. Die bevat informatie over de ziekteverwekkers en lichamelijk materiaal van patiënten zoals DNA en hersenvocht. Deze biobank maakt het mogelijk om onderzoek te doen naar de relatie tussen de bacteriën die meningitis veroorzaken en het ziektebeloop.