Minister Jet Bussemaker van Onderwijs wil dat er gekeken wordt of voormalige bestuurders van Roc Leiden persoonlijk aansprakelijk zijn te stellen. De raad van toezicht van de noodlijdende mbo-instelling zou dat onderzoek in gang moeten zetten.

De minister deed die oproep in reactie op het rapport van de commissie Meurs, dat vanmiddag werd gepresenteerd. Of bestuurders aansprakelijk kunnen worden gesteld, hangt af van de vraag of er sprake was van wanbeleid, zoals de Ondernemingskamer laatst oordeelde bij de failliete zorginstelling Meavita. De commissie vindt dat er genoeg reden is voor zo'n onderzoek. Toenmalige bestuurders tot 2011 bij Roc Leiden handelden volgens het rapport 'onverantwoord en verwijtbaar' bij twee grote nieuwbouwprojecten.

Gefaald

Bussemaker nam drie jaar geleden ook al een rapport in ontvangst over bestuurlijk falen bij een onderwijsinstelling, namelijk Amarantis. Volgens haar zijn de problemen bij Roc Leiden ongeveer in dezelfde tijd ontstaan. "De financiele maalstroom achtervolgt het roc tot de dag van vandaag. Het bestuur en de raad van toezicht hebben gefaald in hun belangrijkste opdracht: zorgen voor goed onderwijs." Eerder noemde de minister het handelen van de toenmalige roc-bestuurders amateuristisch en naief. "Nu blijkt dat dat te mild was."

De commissie Meurs is ook kritisch over het optreden van de Onderwijsinspectie en het ministerie, met name de periode tussen 2012 en begin 2015. Dat was grotendeels na het Amarantis-rapport. "De verbeteringen naar aanleiding van Amarantis waren toen nog in ontwikkeling. Maar ik erken: het had strakker en scherper gekund", aldus Bussemaker.