De lobby-tomie 9: lessen van de lobby. Wat doet Nederland?


De nieuwe Europeseprivacywet was een festijn voor lobbyisten, maar hoe ging de Nederlandse overheid met al die informatie om? En is lobbyen slecht? In dit voorlopig laatste deel van de lobby-tomie sluiten we deze blogreeks af.

De nieuwe Europese privacywet is het meest belobbiede stuk wetgeving in Europa tot dusver, omdat het onderwerp zo belangrijk is en zo'n beetje elk deel van ons dagelijks leven raakt. Daarom hebben wij om openbaarmaking gevraagd van alle lobbydocumenten die de Nederlandse regering ontving over
deze wet. De komende dagen publiceren we die documenten met onze analyse in een serie blogs. Wie lobbyen? Wat willen ze? Wat betekent dat voor jou? Klik voor de andere posts hier. Klik hier voor alle lobbydocumenten.

De afgelopen dagen heb je allerlei dingen kunnen lezen over de privacylobby. Wat voor partijen hebben gelobbied, waar deden ze dat over het algemeen over en wat voor argumenten ze hebben gebruikt.

Wat doet Nederland?

De vraag die dan snel opkomt is natuurlijk: wat doet Nederland? Dat is wat moeilijker te zeggen. Tussen de stukken van de Tweede Kamer zitten brieven van de regering waarin de staatssecretaris (eerst Teeven, nu Dijkhoff) de Kamer periodiek informeert over de vorderingen van de onderhandelingen
(als je het wilt nazoeken, let op de documenten op de Kamerwebsite met volgnummer 32761, die gaan over gegevensbescherming). Daarin omschrijft hij in algemene termen wat er besproken wordt en hoe Nederland er ongeveer instaat. Daarnaast lekt Statewatch af en toe voorlopige verslagen van
vergaderingen.

Uit een brief valt bijvoorbeeld op te maken dat Nederland een groot voorstander is van de risico-georienteerde benadering (zie blog 7). Wij gaven al aan dat hier het meest voor gelobbied is: met name over het maken van een `impact assessment' voordat je gegevens gaat verwerken en over dat je
als bedrijf een databeschermingsofficer in dienst moet hebben. Over die verplichtingen zegt de Nederlandse regering bijvoorbeeld:

"Verder geldt artikel 22 in beginsel in volle omvang voor alle verantwoordelijken, dus ook voor de kleine ondernemer, en zelfs, onder omstandigheden, de individuele burger. Het leidt ook tot een hogere belasting van de toezichthouders. Een risicogerichte benadering zou beter zijn geweest."

Daarnaast wil Nederland dat het makkelijker wordt om gezondheidsgegevens te verwerken (pagina 4 van deze brief aan de Kamer uit april 2014). Zij geven aan dat dat belangrijk is voor onderzoek. Ook daarvoor geldt dat hier erg veel over is gelobbied door medische onderzoekscentra (zie blog 6).
Zij willen ook een bredere uitzondering van het verwerken van gezondheidsgegevens door andere partijen, zoals verzekeraars. Ook daar werd actief voor gelobbied (bijvoorbeeld voor fraudebestrijding, weet je nog?)

En er zijn meer overeenkomsten tussen de inhoud van de lobbybrieven en wat de regering voostelt. Hoewel Nederland wat profileren betreft stelt voorstander te zijn van goede bescherming, vraagt zij om de nodige flexibiliteit voor andere vormen van automatisch beslissen (hier is ook over
gelobbied en zie pagina 2 en 3 van deze brief). Daarnaast geeft Nederland in dezelfde Kamerbrief aan dat je vaker zelf als bedrijf een gerechtvaardigd belang hebt bij "minder ingrijpende maatregelen" zoals direct marketing. Dat betekent dat je dus geen toestemming nodig hebt om gegevens te
verzamelen en gebruiken. Ook dat hebben we eerder gelezen (bijvoorbeeld in brieven van mediabedrijven - zie blog 4 en blog 6).

Hoe succesvol is de lobby geweest?

Hoewel je dus overeenkomsten kunt zien tussen de lobbybrieven en het standpunt van Nederland, is het moeilijk hard te maken dat de vertegenwoordigers van de regering te veel naar lobbyisten hebben geluisterd. We kunnen onmogelijk weten wat er allemaal wordt gezegd in de vergaderingen tussen
regeringsvertegenwoordigers en wat Nederland nou precies voorstelt in zo'n vergadering. Daarnaast kun je niet een causaal verband aantonen: misschien was een bepaald standpunt al afgesproken voordat de lobbybrieven binnenkwamen.

Is lobbyen nou erg?

We kunnen wel iets zeggen over lobbyen in het algemeen. Als je ziet hoeveel wetsteksten in omloop zijn en over en weer worden aangepast, en als je ziet hoeveel meeting uitnodigingen en brieven naar de ministeries worden gestuurd, wordt duidelijk dat lobbyen een grote rol speelt in onze
besluitvorming. Lobbyen is gewoon belangrijk.

Wij doen het dan ook zelf, met of zonder onze zusterorganisaties in Europa, zoals je vaak op ons blog kan lezen. Lobbyen kan ook bijzonder nuttig zijn. Je kan soms een nieuw licht schijnen of een uniek probleem aankaarten waarover tot dusver nog niet was nagedacht. Daarnaast is het handig voor
beleid zelf: je kan niet verwachten dat iedereen dezelfde expertise heeft. Het kan dus soms verdomd handig en belangrijk zijn om die aan te bieden.

Tegelijkertijd zijn er ook zorgen. Als je kijkt naar de brieven is het duidelijk dat grote bedrijven oververtegenwoordigd zijn. Hoe kunnen we weten dat er een goede afweging van belangen wordt gemaakt? Er zitten bovendien kulargumenten tussen. Wij hopen toch dat Nederland niet de komende weken
bezwijkt voor het argument 'innovatie *punt*' of voor 'toekomstige business modellen.' Daarnaast zijn er allerlei vragen te stellen met betrekking tot transparantie: dit is maar een stukje afgedwongen transparantie over een groot en lang proces. Dat moet en kan beter.

De lobby-tomie

Al met al, hopen we dat we jullie een kijkje hebben kunnen geven in het lobbyproces rond de nieuwe Europese privacywet. Daarmee houdt deze blogserie voorlopig op. Wat vinden jullie van lobbyen? Hoe kan dat systematisch beter? Wat zou een manier zijn van meer transparantie?