CBS: Aandeel Nederland en EU in wereldeconomie sinds 1980 gehalveerd
zaterdag 28 november 2015 5:30
CBS: Aandeel Nederland en EU in wereldeconomie sinds 1980 gehalveerd
Het aandeel van Nederland en de EU in de totale wereldeconomie in 35 jaar tijd bijna gehalveerd. Dat komt met name door de sterke groei van China en andere opkomende landen. Ook het belang van de Verenigde Staten nam af sinds 1980, maar veel minder hard dan het Europese aandeel. Dat meldt CBS.
De economieen van alle westerse landen zijn de afgelopen 35 jaar fors gegroeid, maar toch nam hun relatieve belang af. Dat kwam doordat het groeitempo van met name een aantal Aziatische landen veel hoger lag. Zo groeide het aandeel van China in 35 jaar van 2,4 naar 16,6 procent.
Afgemeten aan het bbp liep het Nederlandse aandeel juist terug van 1,3 procent in 1980 tot 0,7 procent in 2014. Het aandeel van de landen die vandaag de dag tot de EU behoren is in dezelfde periode teruggelopen van 30 naar 17 procent.
De Verenigde Staten zagen hun economisch belang tussen 1980 en 2014 ook dalen, maar de afname van ruim 22 tot zo'n 16 procent was veel minder stevig dan in Europa. In 2014 is de economie van de EU-landen samen nog maar iets groter dan die van de VS.
Aandeel in totale wereldeconomie
Tegenwoordig wordt een groep van 37 landen beschouwd als de meest ontwikkelde economieen. Dit zijn de landen die voorheen tot het westerse blok behoorden (inclusief Aziatische landen als Japan, Zuid-Korea en Taiwan) aangevuld met meer recent ontwikkelde Oost-Europese landen zoals de Baltische
staten. Ook het relatieve belang van deze 37 landen samen is sterk afgenomen. In 1980 bedroeg het gezamenlijke aandeel op de totale wereldeconomie nog 64 procent. Sinds 2008 is het ``westerse blok' het grootste aandeel echter kwijt. Vorig jaar was dat zelfs tot onder de 43 procent geslonken.
Aandeel ontwikkelde economieen
Economisch gezien was China in 1980 even groot als Frankrijk nu
Waar het Westen aandeel verloor, steeg het relatieve belang van opkomende Aziatische economieen. Het aandeel van China was in 1980 met 2,4 procent ongeveer even groot als Frankrijk tegenwoordig. Maar met 16,6 procent had China vorig jaar de grootste economie ter wereld. Ondanks die inhaalslag
is de EU als economisch blok nog net iets invloedrijker.
De economie van China is nu ruim 22 keer zo groot als die van Nederland. In 1980 was de Chinese economie nog niet eens dubbel zo groot als de Nederlandse, terwijl China destijds bijna 70 keer zoveel inwoners had. In 2014 waren er 81 keer meer Chinezen dan Nederlanders.
Aandeel van het wereldtotaal, 2014
Chinees loopt in, maar komt van ver
De sterke ontwikkeling van de Chinese economie heeft ook effect op het welvaartsniveau van de inwoners. Het bbp (de omvang van de economie) per hoofd van de bevolking lag in 2014 ruim 17 keer hoger dan in 1980. Ter vergelijking: in Nederland is het bbp per hoofd sinds 1980 nog niet eens
verdubbeld. Overigens is het Chinese bbp per hoofd (ruwweg gelijk aan wat Chinezen dat jaar verdienden) nog altijd maar een kwart van dat in Nederland.
Het Nederlandse bbp per hoofd kwam in 2014 uit op ongeveer 39 duizend euro. De EU ligt hier gemiddeld 23 procent onder. Met Ierland staat Nederland Europees gezien zelfs nagenoeg bovenaan en hoeft het alleen Luxemburg boven zich te dulden. Luxemburgers zitten overigens bijna drie keer boven
het EU-gemiddelde.
Amerikanen steken de Europeanen (en Nederlanders) overigens ook de loef af, met een bbp per hoofd dat 47 procent hoger ligt dan gemiddeld in Europa en 13 procent hoger dan in Nederland. Russen zitten op de helft van het Nederlandse bbp per hoofd.
China met India goed voor kwart wereldeconomie
China is niet het enige land in Azie dat in een kwart eeuw een sterke groei heeft doorgemaakt. Het aandeel van alle Aziatische opkomende economieen samen (inclusief China en India, exclusief Japan en Zuid-Korea), groeide in een kwart eeuw van 9 naar 30 procent. De bevolking nam in die landen
in diezelfde periode toe van 2,1 miljard naar bijna 3,5 miljard mensen, bijna de helft van de totale wereldbevolking in 2014.
In de opkomende landen in het oosten van Europa daalde het bbp-aandeel als onderdeel van de rest van de wereld juist, van 4,2 naar 3,3 procent. Toch werden de inwoners ook hier veel welvarender tussen 1980 en 2014: het bbp per hoofd vervijfvoudigde bijna in die periode.
Bbp per hoofd van de bevolking t.o.v. Nederlands gemiddelde, 2014