25-11-2015 - Meer maatwerk in aanpak armoede
25-11-2015 - Meer maatwerk in aanpak armoede
Hoogerheide - Op 17 december aanstaande spreekt de gemeenteraad over het Woensdrechtse armoedebeleid voor de periode 2016-2020. In het nieuwe beleid wordt de kanteling in het sociaal domein zichtbaar: er komt maatwerk in de aanpak van armoede en mensen worden meer gestimuleerd om zelf tot
oplossingen te komen. Er komt meer nadruk op het voorkomen van armoede en het stimuleren van financiele zelfredzaamheid. Het college stelt voor om extra aandacht te geven aan stille armoede, kinderen die opgroeien in armoede en het instellen van een noodfonds zodat niemand `buiten de boot
valt'.
Het armoedepercentage in Woensdrecht ligt lager dan het landelijke gemiddelde maar is voor een kleine gemeente aan de hoge kant, volgens het rapport Armoedesignalement 2014. Zo'n 6,5% van de huishoudens leefde in 2012 onder de lageinkomensgrens.
Prognoses laten zien dat het armoedepercentage - na een periode van stijging - de komende jaren af zal nemen. "Maar de aanpak van armoede blijft van groot belang", aldus Lars van der Beek, verantwoordelijk portefeuillehouder. "Het is niet alleen een gebrek aan geld. Armoede is een complex
probleem dat ook te maken heeft met meedoen in de maatschappij, gezondheid, opleidingsniveau, zelfredzaamheid en woon- en leefomgeving."
Maatwerk en een brede aanpak
"Met het nieuwe armoedebeleid zetten we meer in op het voorkomen van armoede en het wegnemen van belemmeringen. We spitsen ons daarbij toe op de individuele situatie van mensen. Maatwerk dus om mensen te laten ontdekken hoe ze weer financieel zelfredzaam kunnen worden", licht Lars van der Beek
toe.
Het college kiest voor een brede aanpak van armoede. Het armoedebeleid is zo ingericht dat het ondersteunend is aan de doelstellingen vanuit WMO, jeugd, sport en gezondheid. Nadrukkelijk wordt ook de samenwerking met zorgpartners en woningcorporaties gezocht omdat zij het meest in contact
staan met de doelgroep en problemen en verborgen armoede vroegtijdig kunnen signaleren.
In de praktijk
Het college wil de doelstellingen uit het beleidsplan realiseren door in te steken op activering naar werk en het leveren van een tegenprestatie voor mensen in de bijstand. Daarnaast speelt preventie een grote rol: voorkomen dat mensen hoge schulden maken door het signaleren van mogelijke
financiele problemen en schuldhulpverlening. Armoedebestrijding in huishoudens met minderjarige kinderen gaat meer verlopen via ondersteuning in natura (contributie voor een sportvereniging, een fiets voor middelbare scholieren). Tot slot pleit het college voor het oprichten van een noodfonds
zodat er middelen zijn om in te kunnen grijpen in het geval van acute situaties zoals huisuitzettingen.
Portefeuillehouder Lars van der Beek: "Mensen kiezen er niet voor om in armoede te leven. Soms zijn er omstandigheden als ziekte, het verliezen van partner of werk, als je je huis niet verkocht krijgt of geen opdrachten meer hebt als zelfstandige, waardoor je steeds verder afglijdt. Dit heeft
een enorme impact. Het is belangrijk dat we mensen helpen om weer zelf de regie te krijgen over hun (financiele) situatie. Zodat er niemand `buiten de boot valt'".