Impressie van Tweedaagse Passend onderwijs: 'Partnerschap in wording'
17-10-2015
Passend onderwijs
Er is iets vreemds aan de hand met Passend onderwijs. Bij de Kinderombudsman regent het klachten van ouders. De werkdruk in het onderwijs is hoger dan ooit. Maar tegelijkertijd slaagt de sector er wel in om een aanzienlijk deel van de leerlingen die voorheen een rugzak hadden, nu met
basisondersteuning op de eigen school te houden. Kwestie van wennen? Op de Tweedaagse Passend onderwijs, die de afgelopen tweedagen plaatsvond in Ermelo, werd weer eens duidelijk hoe complex en veelzijdig de transitie is. En dat er ontzettend hard aan gewerkt wordt.
,,Passend onderwijs lost niet in een jaar alle problemen op en dat was ook nooit onze verwachting'', zegt PO-Raad voorzitter Rinda den Besten. Samen met Kinderombudsman Marc Dullaert vormt zij het slotstuk van dag 1 van de Tweedaagse Passend onderwijs. Dullaert bracht een maand geleden een
kritisch rapport uit over de invoering van passend onderwijs. De aanwezigen in Ermelo, overwegend vertegenwoordigers van samenwerkingsverbanden, voeren een goed gesprek met Dullaert en Den Besten, waarin de dilemma's die overdag zijn geformuleerd nogmaals de revue passeren. Hoe realiseer je
echte bestuurskracht in de samenwerkingsverbanden en voorkom je getouwtrek bij bestuurders onderling? Hoe kom je met gemeenten tot afspraken over wie verantwoordelijk is voor zorg op school? Hoe geef je de professional echt ruimte?
Kinderombudsman
,,Passend onderwijs is niet voor alle thuiszitters de oplossing'', erkent Marc Dullaert. ,,Maar het moet wel degelijk beter. Zo vind ik de rol van de leerplicht veel te diffuus. De deskundigheid zit op school, dus de school moet ook de lead hebben.'' Ook zegt Dullaert toe zich in te zetten
voor randvoorwaarden als leerlingenvervoer en het betrekken van clusters 1 en 2 van het speciaal onderwijs.
Voorkeur voor afwijkingen
Paul Frissen, politicoloog en onderwijskundige, zegt eerder op de dag dat echte professionaliteit het kennen van je eigen grenzen is. Hij schudt het publiek wakker met uitspraken als `Hoezo moet alles integraal? De wereld is gefragmenteerd!' en ` De dictatuur van de uitgeverijen ondermijnt de
autonomie van de school. Maak je eigen onderwijs!'. Meer dan goed onderwijs verzorgen voor iedere leerling hoeven scholen wat Frissen betreft niet te doen.
Ook wijst Frissen het publiek op de traditie die we in Nederland hebben in het omgaan met verschillen. Een voorkeur voor afwijkingen noemt hij het. ,,De meerderheid van de pedagogiekstudenten kiest voor de afstudeerrichting Orthopedagogiek. We monitoren en benchmarken alles, leggen vast wat de
norm is, om vervolgens beleid te kunnen maken voor de uitzonderingen.''
Focus op de leerling, niet op de maatschappelijke opbrengst
Tijdens de twaalf tafelgesprekken die aansluitend plaatsvinden rond specifieke bestuurlijke dilemma's, blijkt dat het verhaal van Frissen de deelnemers aan het denken heeft gezet. Samenwerking moet doelgericht zijn en we moeten focussen op dat het de leerlingen goed gaat, dan volgt de
maatschappelijke opbrengst, wat dat dan ook precies is, vanzelf.
In de talrijke workshops die het middagprogramma vormen, kunnen de deelnemers met hun eigen situatie aan de slag. De meerwaarde hiervan wordt naderhand besproken. In het geval van de workshop van de OnderwijsZORGconsulenten zit dat bij een deelnemer in ieder geval goed: ,,Waarom wist ik niet
eerder van dit aanbod?'', vraagt hij zich af.
De tweede dag heeft een vergelijkbare opbouw. Erik Dannenberg, van oorsprong hulpverlener, maar via het wethouderschap nu adviseur, stelt dat onze neiging om voor uitvallers te zorgen weliswaar sympathiek is, maar dat we hierin zo ver zijn doorgeschoten dat bureaucratie en wachtlijsten
onvermijdelijk zijn. Volgens Dannenberg kunnen we in Nederland veel leren van het includerende model in Canada. ,,Want als we onze kinderen nu niet leren omgaan met klasgenoten met een `vlekje', dan zullen ze hen over dertig jaar ook niet in dienst nemen, wanneer ze ergens directeur of
HR-adviseur zijn.''
Het draait om professionaliteit, vertrouwen en creativiteit
Partnerschap, waar deze Tweedaagse om draait, moet in passend onderwijs nog groeien. Een voorbeeld van Dannenberg over moeizame informatievoorziening van een zorginstantie richting school, wordt aan de gesprekstafels alom herkend. Het medisch beroepsgeheim en het belang van de leerling staan
soms op gespannen voet met elkaar. Een samenwerkingsverbanddirecteur zegt hierover: ,,Praat met ouders op een gelijkwaardige manier, als partners. Wat is voor school van belang om te weten om de leerling zo goed mogelijk te helpen? Soms is het met wat knip- en plakwerk in het dossier
opgelost.''
Erik Dannenberg
Vertrouwen is ook onder schoolbestuurders in het samenwerkingsverband soms nog ver te zoeken. Dat blijkt onder andere in een workshop over governance, rollen en gedrag, waarin vijftien deelnemers een bestuursvergadering simuleren. Wanneer het op de verdeling van de middelen aankomt, blijkt het
-zelfs in een fictieve situatie- bijzonder lastig om het collectieve belang boven je eigen belang te plaatsen. Dat betekent overigens niet dat je je eigen schoolbelang voor jezelf moet houden, legt workshopleider Alinda van Bruggen uit. ,,Integendeel, transparantie daarover wekt juist
vertrouwen.''
`Bestuurders moeten weg durven blijven uit vergaderingen'
,,Governance is pas goed geregeld, als bestuurders weg durven blijven bij vergaderingen,'' zegt inspecteur Floor Wijnands. ,,Als je het vertrouwen hebt dat jouw belang vertegenwoordigd wordt door de groep.'' Zelf geeft hij de voorkeur aan een onafhankelijke Raad van Toezicht. Al dan niet met
bestuurders in een adviesraad. ,,En vergeet je ondersteuningsplan niet. Dat is het contract waar bestuurders zich aan dienen te houden.''
Bij sommigen bestaat twijfel of het de samenwerkingsverbanden in de huidige constructie ooit gaat lukken de governance goed te regelen. Positief is dat het ongenoegen bij de schoolbestuurders zelf hierover minstens zo groot is als bij de directeuren van de samenwerkingsverbanden. De volgende
stap is dat bestuurders niet alleen hun eigen leerlingen, maar ook andermans leerling centraal stellen.
Deze en andere dilemma's wil de PO-Raad graag helpen oplossen. Op 11 december organiseert de PO-Raad daarom een bijeenkomst over de eventuele oprichting van een netwerk of kamer voor samenwerkingsverbanden, onder de vlag van de PO-Raad.
Laatst gewijzigd:
zaterdag 17 oktober 2015