Vijf concrete voorstellen voor koopkrachtherstel


dinsdag, 13 oktober 2015

Vijf concrete voorstellen voor koopkrachtherstel Het kabinet repareert de koopkracht van ouderen onvoldoende. Samen met de NVOG, PCOB en NOOM stuurden wij de Kamer onze reactie op de begroting Sociale Zaken. Manon Vanderkaa, directeur Unie KBO: 'Wij doen 5 voorstellen voor koopkrachtherstel:
verhoging ouderenkorting, herstel ouderentoeslag, verhogen heffingsvrij vermogen, betaalbaar houden huishoudelijke hulp en een jaarlijkse stapelingsmonitor.'

Uit de begroting van SZW blijkt dat bijna 40% van de gepensioneerden te maken heeft met een koopkrachtdaling. In werkelijkheid is de groep nog groter en de daling sterker. Veel regelingen worden voortaan immers door gemeenten uitgevoerd. De koopkrachteffecten hiervan komen niet in de
koopkrachtplaatjes van het kabinet terecht.

Stapelingsmonitor
De ouderenorganisaties hebben vaker gewezen op de grote effecten van de stapeling van de kabinetsmaatregelen op de koopkracht van ouderen. In de begroting voor 2016 ontbreekt echter de stapelingsmonitor. Manon Vanderkaa: "Zo'n monitor geeft een beter beeld van de koopkrachteffecten dan de
algemene cijfers die in de begroting zijn opgenomen. Wij vinden daarom dat er jaarlijks in de begroting een stapelingsmonitor moet worden opgenomen."

Huishoudelijke hulp
We kijken ook naar de hoge kosten voor huishoudelijke hulp. Vanaf 2015 kunnen gemeenten hiervoor een maatwerkvoorziening treffen, of deze zorg toegankelijk maken via een algemene voorziening. Het Nibud keek in opdracht van ons naar de koopkrachteffecten als de huishoudelijke hulp per 2016
overgaat van een maatwerkvoorziening naar een algemene voorziening. Die berekeningen tonen aan dat de koopkracht in die gevallen fors daalt. Deze koopkrachtdaling is het grootst bij de middeninkomens en kan zelfs 7,2% bedragen.

Rekenvoorbeeld: In 2015 was de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp via de WMO voor de laagste inkomens 20 euro per maand. In 2016 is het gemiddelde uurtarief voor huishoudelijk hulp als algemene voorziening 15 euro per uur, oftewel 130 euro per maand (uitgaande van slechts 2 uur per week).
Een verhoging van 110 euro. Mensen met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen voor een Huishoudelijke Hulp Toelage. Dat houdt in dat ze een lager uurtarief betalen, bijvoorbeeld 7,50 euro, en dat de gemeente de rest betaalt. Deze mensen betalen dan toch nog 65 euro per maand. Een
verhoging van 45 euro.

Ook met de Huishoudelijke Hulp Toelage gaan deze ouderen er op achteruit. Maar gemeenten zijn niet verplicht deze toelage te verstrekken en bovendien wordt het gemeentebudget voor deze Huishoudelijke Hulp Toelage de komende jaren afgebouwd. Wij pleiten er daarom voor om de huishoudelijke hulp
voor ouderen met een laag inkomen betaalbaar te houden.

Onze vijf voorstellen
De Unie KBO, PCOB, NOOM en NVOG pleiten voor:
1- een structurele verhoging van de ouderenkorting;
2- het ongedaan maken van de afschaffing ouderentoeslag voor huishoudens met een laag inkomen;
3- het verhogen van het heffingsvrije vermogen voor AOW-gerechtigden naar 50.000 euro;
4- het betaalbaar houden van de huishoudelijke hulp voor ouderen met een laag inkomen;
5- het maken van een jaarlijkse stapelingsmonitor.

Meer informatie
- Lees hier onze volledige brief met onderbouwde voorstellen aan de Tweede Kamer (12 oktober 2015)
Tweeten
Bookmark and Share