In hoger beroep 20 jaar cel geeist voor medeplegen moord op 12-jarig..
9 oktober 2015 - Ressortsparket
De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch, heeft in hoger beroep, ter terechtzitting in `de Bunker' in Amsterdam, celstraffen van twintig jaar geeist tegen drie mannen uit Zoetermeer, Amsterdam en Leeds. In de visie van het OM hebben zij zich schuldig gemaakt aan een schietpartij op een woonwagen
op 14 juli 2010 in Breda, waarbij een 12-jarige jongen om het leven kwam en zijn moeder ook werd geraakt, maar dit overleefde. "Zeer ernstig geweld met zeer grote gevolgen en zeer groot verdriet", zo typeerde de advocaat-generaal de zaak.
In de zomer van 2010 werd - rond 23.00 uur - de woonwagen van de familie van de 12-jarige jongen aan de Rijnauwenstraat beschoten en doorzeefd met kogels. Er werden 27 kogelinslagen geteld. De jongen werd dodelijk geraakt, zijn moeder raakte gewond. In het onderzoek is het motief voor de
schietpartij niet duidelijk geworden. "Wel is het zo dat het toegepaste geweld wat het OM betreft niet anders dan in de sleutel van zware criminaliteit in het crimineel milieu moet worden geplaatst."
De rechtbank veroordeelde twee van de drie mannen tot zestien jaar cel voor het medeplegen van doodslag en een poging daartoe. Beide verdachten gingen in hoger beroep. Een derde verdachte werd vrijgesproken. Wel kreeg hij twee maanden cel, omdat hij een vals paspoort in bezit had. Van hem zijn
wel sporen gevonden op losse voorwerpen in het busje dat de groep gebruikte, maar dat zegt volgens de rechtbank nog niet dat hij bij de schietpartij betrokken was. In deze zaak stelde het OM hoger beroep in.
In de visie van het OM is er voldoende bewijs dat alle drie verdachten als medepleger gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de, met voorbedachte raad, gepleegde delicten. Dit brengt mee dat de mannen zich in de visie van het OM hebben schuldig gemaakt aan moord en poging tot moord. De
verklaringen van twee verdachten in hoger beroep dat zij wel een rol hebben gehad, maar dat deze rol gering van aard was en dat dus eerder sprake zou zijn van medeplichtigheid, schuift de advocaat-generaal van tafel. "Wat het OM betreft was er sprake van bewuste en nauwe samenwerking tussen de
verdachten en bestond bij alle drie de wetenschap van wat er aan de Rijnauwenstraat stond te gebeuren en was men daarop geprepareerd. Het OM baseert zich daarbij op de gezamenlijke reis naar Breda, de bewapening, het gemaskerd zijn, het dragen van handschoenen, het gebruik van specifieke
mobiele telefoons en de gepleegde gewelddadigheden. Verdachten vormden een zwaar bewapende gevechtsunit en ook al wisten de verdachten misschien niet precies op welke wijze ze te keer zou gaan, dat staat aan medeplegen van moord en poging tot moord niet in de weg."
Lange celstraffen zijn dan ook op zijn plaats, vindt de advocaat-generaal. "De strafzaak kenmerkt zich door zeer ernstig geweld met grote gevolgen. De verdachten hebben een 12-jarig kind zijn meest fundamentele recht, zijn leven, ontnomen, waarmee ook onherstelbaar leed bij de familie is
veroorzaakt. De rechtsorde is hierdoor ernstig geschokt. Er wordt door de verdachten geen verantwoordelijkheid genomen voor het geweld en de gevolgen en daarmee wordt ook geen enkel inzicht verschaft in de onmiskenbare criminele achtergrond. Alle verdachten hebben andere vermogens, gewelds- en
wapendelicten op hun strafblad staan. Lange celstraffen zijn dan ook passend en geboden."
De advocaten pleiten op 23 oktober en vermoedelijk volgt twee weken later de uitspraak.
Deel dit op
*