Onderzoek naar verminderen wildslachtoffers A28
Groningen, 6 oktober 2015
Onderzoek naar verminderen wildslachtoffers A28
Dinsdag 6 oktober start een onderzoek naar het voorkómen van wildslachtoffers op de rijksweg A28. Deze snelweg vormt een potentieel dodelijke barrière voor dieren in de natuurgebieden er omheen. Bijvoorbeeld voor de otterfamilie, met twee jongen, die sinds kort in het natuurgebied De Onlanden leeft. Ten westen, ten zuiden en ten oosten van Groningen liggen inmiddels grote natuurgebieden, zoals de Onlanden, het beekdal van de Drentsche Aa en het Zuidlaardermeergebied. Deze gebieden worden door de provincies Drenthe en Groningen onderling aan elkaar gekoppeld door ecologische verbindingen aan te leggen. De natuurgebieden worden daardoor niet alleen robuuster, diersoorten kunnen zich ook beter verplaatsen om te foerageren en zich te verspreiden. De inrichting van de natuurgebieden werpt inmiddels zijn vruchten af. Soorten als bever en otter doen het goed in het Zuidlaardermeergebied en de Onlanden. Jongen van deze soorten verplaatsen zich over grote afstanden om nieuwe leefgebieden te vinden, maar de A28 vormt soms een obstakel. Zo is er in 2011 een bever doodgereden en in 2014 een otter. Soorten als ree, das, steenmarter en bunzing overleven hun pogingen om de A28 over te steken eveneens vaak niet. Vanaf 2004 worden er al plannen gemaakt om het knelpunt A28 voor dieren beter passeerbaar te maken. Maar de noodzakelijke maatregelen zijn niet goedkoop en het is mede door landelijke bezuinigingen op natuur tot nu toe niet gelukt om ze uit te voeren. Wel zijn er in 2012 al voorlopige maatregelen (loopplanken en rasters) getroffen bij de bestaande water-onderdoorgangen bij Witte Molen. Nu het zo goed gaat met de natuurgebieden en de diersoorten die daar leven, is de noodzaak groot om het knelpunt A28 nu echt samen op te lossen. Een groeiend aantal organisaties uit het gebied wil aan een oplossing meewerken. Wat mogelijk ook helpt, is dat faunatunnels goedkoper zijn geworden door de toepassing van nieuwe materialen zoals glasvezelbuizen. Bij het project zijn betrokken: Rijkwaterstaat, de provincies Groningen en Drenthe, de gemeenten Tynaarlo, Haren en Groningen, het waterschap Hunze en Aa's, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Stichting Groninger Landschap, Stichting Natuurplatform Drentsche Aa en De Natuur- en Milieufederatie Groningen. De gedeputeerden Staghouwer en Jumelet van respectievelijk Groningen en Drenthe en directeur Klinkhammer van Rijkswaterstaat zullen het onderzoek openen.