Meer flexibiliteit voor Ruimte voor Ruimte


Meer flexibiliteit voor Ruimte voor Ruimte

02-10-2015

Met een koerswijziging krijgt de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte (ORR) betere mogelijkheden om bouwtitels te verkopen. Daarvoor doen Gedeputeerde Staten een voorstel aan Provinciale Staten.

Doel van de ORR is om de resterende EUR 103 miljoen terug te verdienen die de provincie in het verleden investeerde in de sanering van onder meer stallen en glastuinbouw.

Woningbouwkavels

Het totale saneringsbedrag van EUR 216 miljoen is ingezet voor de sloop van stallen, glastuinbouw, overtollige bebouwing en voormalige militaire terreinen. De Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte is in 2001 opgezet om de kosten terug te verdienen via de ontwikkeling en verkoop van
woningbouwkavels. Op dit moment moet nog EUR 103 miljoen terugverdiend worden.

Marktconforme prijzen

Tot nu toe ontving de provincie voor iedere verkochte Ruimte voor Ruimte kavel een vaste vergoeding van de ORR, ongeacht grootte of locatie van de kavel. Door de vaste vergoeding los te laten, maar wel vast te houden aan het beoogde eindresultaat, ontstaat binnen de ORR meer flexibiliteit om
Ruimte voor Ruimte kavels - in samenwerking met gemeenten - marktconform uit te geven en om in te spelen op toekomstige behoeften in de woningmarkt. Zo kan de ORR in de toekomst bijvoorbeeld andere producten ontwikkelen dan alleen vrije kavels. Ook wordt het mogelijk marktpartijen te betrekken
bij het ontwikkelen van locaties.

Provincie enige participant

In de eerste 9 jaar heeft de ontwikkelingsmaatschappij een goed rendement behaald. Door de verslechterde vastgoedmarkt is het resultaat echter onder druk komen te staan. Voor de provincie staat het terugverdienen van de saneringskosten voorop. Om die kans te vergroten besloot de provincie een
jaar geleden zeggenschap in de organisatie te krijgen door 2 andere participanten - met een gezamenlijk bezit van 48% van de aandelen - uit te kopen. Gedeputeerde Staten hebben deze week besloten ook het belang van de derde participant, de Bank Nederlandse Gemeenten Gebiedsontwikkeling, over
te nemen. Provinciale Staten worden gevraagd hiervoor budget beschikbaar te stellen.