"Omdat ik iets te zeggen had"

TENTOONSTELLING NEDERLANDSE SCHRIJFSTERS UIT DE 19E EEUW

Het Huygens ING organiseert van 30 september tot 15 november in samenwerking met het Letterkundig Museum, de Koninklijke Bibliotheek en het Damesleesmuseum de tentoonstelling ‘Omdat ik iets te zeggen had’: Nederlandse schrijfsters uit de negentiende eeuw.

Regelmatig barst de discussie los: krijgen vrouwelijke auteurs niet veel te weinig prijzen? Of moet juist de Opzij literatuurprijs worden afgeschaft ? Achterliggend probleem is misschien dat er niet genoeg eerbiedwaardige voorbeelden lijken te zijn van historisch schrijfsterschap.

Het Letterkundig Museum kan zulke voorbeelden geven: vrouwen die wel degelijk ‘iets te zeggen’ hadden én van wie het museumarchief al decennialang allerlei documenten bewaart. In het kader van een Europees onderzoeksproject – HERA Travelling TexTs 1700-1914. The Transnational Reception of Women’s Writing at the Fringes of Europe – is een aantal van die schrijfsters nader bekeken: het blijkt dat ze niet alleen ‘iets te zeggen’ hadden, maar dat ze ook werden gehoord en gewaardeerd. Bovendien lazen ze wat anderen schreven, ze vertaalden en becommentarieerden hun werk. En ze waren zodoende onderdeel van een netwerk, dat niet alleen Nederlands was, maar ook Europees.

Deze tentoonstelling heeft als doel hiervan een indruk te geven. De voorbereiding heeft plaats gevonden in samenwerking met een groep vrijwilligers: niet-specialisten die zich hebben laten verrassen door wat ze in het museumarchief aantroffen.

De expositie is te bezoeken in Den Haag, in het Letterkundig Museum en de Koninklijke Bibliotheek, van 30 september tot en met 15 november. Daarna zal hij, in gewijzigde vorm, ook te zien zijn in Haarlem (Noord-Hollands Archief), in Amsterdam (Atria kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis), en in Utrecht (Openbare Bibliotheek Utrecht). Er zal dan ook archiefmateriaal worden getoond uit het bezit van Atria, en in Haarlem zal er extra nadruk liggen op Haarlemse schrijfsters.