Utrecht, 29 september 2015

Reactie universiteit op onderzoek Nationale ombudsman fraudezaak: inhoud niet ter discussie

Samenvatting

Op maandag 28 september verscheen een rapport van de Nationale ombudsman over de procedure rondom het onderzoek naar de wetenschappelijke integriteit van een wetenschapper. Daarin concludeert de ombudsman dat de Universiteit Utrecht op bepaalde punten de wetenschapper onvoldoende op de hoogte heeft gebracht of betrokken bij het proces. De universiteit benadrukt dat de inhoudelijke uitkomst van het onderzoek door de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) niet ter discussie staat en dat de eindconclusie van schending van de wetenschappelijke integriteit door de betrokken wetenschapper van kracht blijft. Deze conclusie van de CWI en het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) is internationaal onderschreven. Ook de Nationale ombudsman doet geen uitspraken over het inhoudelijke oordeel, hij becommentarieert slechts op punten de procedure.

Onderzoeken naar wetenschappelijke integriteit worden door de Universiteit Utrecht met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. De universiteit is zich zeer bewust van de verschillende belangen die er in zulke delicate processen spelen en de mogelijke schade die dit op kan leveren voor betrokken wetenschappers. De Universiteit Utrecht heeft gehandeld volgens de landelijk geldende klachtenprocedure. De universiteit zal de kritiekpunten van de ombudsman in VSNU-verband bespreken.

Ontslag

In enkele media wordt een verband gelegd tussen het eerdere onderzoek van de CWI en het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) en het ontslag van de beklaagde wetenschapper. Dit is onjuist, de onderzoeker werkte niet meer bij de Universiteit Utrecht ten tijde van het onderzoek en uiteindelijke oordeel.