Eerste rapport van de commissie Evaluatie Politiewet 2012
Nieuwsbericht | 28-09-2015 | 18:30
Vandaag heeft de commissie Evaluatie Politiewet 2012 aan minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) haar eerste rapport aangeboden. In dit tussenrapport (Evaluatie Politiewet 2012 in de eenheid Oost-Nederland en landelijke thema's) constateert de commissie dat de noodzaak van de invoering van de nationale politie breed wordt onderschreven. Er is vertrouwen dat blijvende schaalvoordelen gerealiseerd zullen worden, maar er is zeker nog geen sprake van een rustig bezit.
De bevindingen zijn gebaseerd op onderzoek dat de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van de commissie uitvoerde. Ook voerde de commissie gesprekken binnen en buiten de politieorganisatie. Naast steun voor de invoering van de nationale politie constateert de commissie dat de implementatie zich kenmerkt door een opeenstapeling van zware opgaven voor alle betrokkenen. Daarbij leidt vooral de lange duur en vertraging in de personele reorganisatie tot gespannen verhoudingen die door het slepende cao-conflict worden versterkt. Dat een herijking nodig was kan nauwelijks verwondering wekken. De commissie steunt de voorstellen tot fasering van de reorganisatieopdracht, evenwicht in sturing en ruimte voor lokaal maatwerk uit de herijkingsnota, maar waarschuwt dat het resterende implementatietraject er niet minder zwaar om wordt.
De opgelegde splitsing tussen lokaal gezag en landelijk beheer blijft het opmerkelijkste kenmerk van deze reorganisatie en een bron van aanpassingsproblemen en spanningen. Hoofdrolspelers moeten hun eigen rol evenwichtig spelen en andere partijen de nodige ruimte gunnen. Hoewel Oost-Nederland de grootste politie-eenheid van de nationale politie is, blijkt tot op heden niet dat de werkbaarheid en effectiviteit daardoor in het geding komt. De praktische invulling van de functie van de regioburgemeester stemt volgens de betrokkenen tot tevredenheid. Wel is de complexiteit van de invulling van de functie groot, vanwege de omvang van de eenheid en het ontbreken van formele beheersbevoegdheden en doorzettingsmacht.
Gelet op de korte termijn gedurende welke de wet van kracht is en de nog lopende reorganisatie is het te vroeg om definitieve conclusies te trekken over de constructie van de politie als aparte rechtspersoon, de juridische positie van de korpschef in de Politiewet 2012 en de aanwijzingsbevoegdheid van de minister. In de volgende fase van de evaluatie zal de commissie de verdere implementatie van de nationale politie aandachtig volgen om te beoordelen in hoeverre de praktijk uitwijst dat aanpassing van wetgeving nodig is, of kan worden volstaan met aanpassing van de werkwijzen binnen het bestaande wettelijke kader. Het tweede rapport van de commissie dat betrekking heeft op de invoering van de nationale politie in heel Nederland zal voor 1 oktober 2017 aan de minister worden aangeboden.
Minister Van der Steur heeft het rapport vandaag aan de Tweede Kamer en de meest betrokken partijen aangeboden. Hij zal na overleg met de betrokken partijen een reactie op het rapport geven.