DNBulletin: Aandacht voor gedrag & cultuur in bestuurskamer werpt vr..


Het toezicht dat De Nederlandsche Bank de afgelopen vijf jaar is gaan houden op het gedrag en de cultuur in de Nederlandse financiele sector, heeft bestuurders bewuster gemaakt van het belang van deze aspecten in de besluitvorming. Deze vorm van toezicht is een waardevolle aanvulling gebleken
op de meer traditionele vormen van financieel toezicht omdat het de gedragsoorzaken aan de orde stelt die de prestaties en het risicoprofiel van de instelling beinvloeden en dus van belang zijn voor de financiele stabiliteit. De Nederlandse financiele sector laat hierin inmiddels verbetering
zien, hoewel ook duidelijk is geworden dat op sommige punten nog stappen nodig zijn.

DNB's toezicht op gedrag en cultuur

Een van de belangrijkste lessen die toezichthouders en financiele instellingen als gevolg van de financiele crisis hebben geleerd, is dat crises niet alleen door financiele problemen ontstaan. Vaak vormt ineffectief of risicovol gedrag van met name het bestuur de oorzaak van allerlei
toezichtproblemen. Bijvoorbeeld omdat een dominante bestuursvoorzitter te weinig wordt uitgedaagd om zijn of haar voornemens ter discussie te stellen. Of door een groepsdynamiek die ertoe leidt dat besluiten niet goed worden voorbereid. Dit kan ertoe leiden dat belangrijke risico's niet worden
opgemerkt.

DNB is daarom vijf jaar geleden gestart met het toezicht op gedrag en cultuur. Inmiddels is er binnen de toezichtorganisatie een gespecialiseerd expertisecentrum, met experts vanuit verschillende achtergronden, zoals psychologen, veranderkundigen en governance-experts. Deze specialisten
onderzoeken de zogenoemde `board room-effectiveness' door vergaderingen te observeren en uitgebreid na te bespreken. Zij hebben meer dan vijftig specifieke onderzoeken gedaan, soms bij meerdere financiele instellingen tegelijk en soms bij specifieke instellingen waar risico's werden vermoed.
Overigens zijn die onderzoeken niet alleen gericht op het gedrag binnen de top van de onderneming; DNB beoordeelt - samen met de Autoriteit Financiele Markten - ook of de instelling in staat is belangrijke organisatorische en cultuurveranderingen succesvol te verwezenlijken.

Een groot voordeel van dit relatief nieuwe aanvullende toezicht is het vooruitblikkende karakter ervan. Deze vorm van toezicht is erop gericht de risico's die voortvloeien uit gedrag en cultuur tijdig te signaleren en daartegen maatregelen te nemen. Dit toezicht biedt daarmee concrete
handvatten om preventief problemen in de toekomst te helpen voorkomen.

Concrete resultaten

De ervaringen in de afgelopen jaren met deze vorm van toezicht wijzen uit dat raden van bestuur en raden van commissarissen zich steeds beter bewust zijn van de effecten van gedrag en cultuur in de bestuurskamer en daarmee concreet aan de slag zijn gegaan. Zo zijn commissarissen de uitvoerende
bestuurders nadrukkelijker gaan aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor de cultuur in hun organisatie, vooral daar waar die invloed heeft op de wijze waarop besluitvorming tot stand komt.

Daarbij worden bestaande structuren en processen zo nodig verstevigd door concrete maatregelen te nemen, bijvoorbeeld door explicieter tegenspraak te organiseren. Een van de manieren waarop dat kan, is door controlefuncties als compliance of risk management meer en eerder te betrekken bij de
besluitvorming. Ook kan de rol van onafhankelijke bestuurders en van de tweede en derde lijn worden versterkt.

Een andere merkbare verbetering is dat gedrag en cultuur een steeds belangrijker onderdeel zijn gaan uitmaken van veranderprocessen en reorganisaties. De verbetering van een bedrijfscultuur is daarbij een factor die het bestuur ook nadrukkelijk tot de eigen verantwoordelijkheid rekent.

En waar deze vorm van toezicht op gedrag en cultuur in de eerste jaren bij financiele instellingen nog kon rekenen op enig wantrouwen en scepsis, worden gedrag en cultuur nu veel breder erkend als elementen in het risicoprofiel van een instelling en als een noodzakelijk onderdeel van het
prudentiele toezicht.

Stappen die nog nodig zijn

Naast de positieve bevindingen van DNB bij het op de rails zetten van het toezicht op gedrag en cultuur, heeft de Nederlandse financiele sector overigens nog wel enkele uitdagingen te overwinnen. Nog te vaak aarzelen financiele instellingen om veranderingen door te voeren die tot de kern van
de bedrijfsvoering en cultuur behoren. Daarmee ligt het risico op de loer dat veranderingen alleen instrumenteel of oppervlakkig zijn en daardoor niet leiden tot wezenlijk ander gedrag.

Wetende dat veranderingen in gedrag en cultuur veel tijd en aandacht vragen, roept DNB de instellingen in de financiele sector daarom op om de snelheid van veranderingen te verhogen, en om daarover de dialoog met de maatschappij blijvend aan te gaan. Vertrouwen is een belangrijke voorwaarde
voor het goed functioneren van financiele instellingen. Het publiek moet ervan overtuigd zijn dat de veranderingen tot in de haarvaten van de instellingen zijn doorgedrongen. Gebeurt dat niet, dan zal het vertrouwen in instellingen niet herstellen en blijven risico's bestaan die horen bij de
cultuur van voor de crisis.