Europese CEF-gelden niet aangewend voor scheepvaart

25 sep 2015

Ambities maar geen geld, dat blijft het struikelblok om de zeescheepvaart te vergroenen. Per 1 januari van dit jaar is regelgeving van kracht geworden om de zwaveluitstoot van zeeschepen terug te dringen op de Oostzee, de Noordzee en het Engels Kanaal.

De investeringsplannen van reders om aan deze regelgeving te voldoen liggen klaar, maar de banken geven niet thuis. In de zoektocht naar financiering kwam vorig jaar een nieuw veelbelovend Europees programma in beeld: de Connecting Europe Facility (CEF) voor de periode 2014-2020.

Een groenere Europese economie door schonere vormen van vervoer, dat vormt ook een van de doelstellingen van het CEF-programma. Nooit eerder leek een Europees subsidiekader qua doelstelling en timing zo goed aan te sluiten op de vraag vanuit de sector zeescheepvaart. Veel scheepvaartondernemingen hebben bij de eerste ronde van dit programma een aanvraag voor subsidie ingediend. Verbazingwekkend genoeg is niet een van deze aanvragen gehonoreerd: uit de aanvragen zou te weinig gemeenschapsbelang blijken...

Een gemiste kans, oordeelt de KVNR, want zo blijven de benodigde milieu-investeringen in de zeescheepvaart uit. Op dit moment voldoen reders aan de zwavelregelgeving door op laagzwavelige brandstof te varen. Dat kunnen zij zich permitteren zolang de olieprijs laag blijft. Varen op laagzwavelig is ook structureel, er wordt wat anders bedoeld, zin kan er wel uit zonder iets nieuws toe te voegen.

Inventarisatie

Een inventarisatie onder de leden van de KVNR wijst uit dat de investeringsbehoefte voor de Nederlandse vloot EUR 179,4 miljoen bedraagt. Dit bedrag is gemoeid met milieu-investeringen op korte termijn. Deze investeringen hebben betrekking op schepen die voor meer dan 80% van hun vaartijd worden ingezet in het gebied waarin de zwavelregelgeving van kracht is, het zogenaamde SECA-gebied. Het gaat daarbij om de installatie van scrubbers (gaswassers) aan boord van bestaande schepen of om nieuwbouw van schepen die op LNG gaan varen. Ook zijn veel reders van plan om energie-efficiencymaatregelen te treffen. Om deze financieringsimpasse te doorbreken verleent de KVNR haar medewerking aan een pilot van de Europese Investeringsbank (EIB). Deze pilot is gericht op de totstandkoming van een nieuw kredietgarantie-instrument.

Makkelijker instrument

Dit instrument moet het voor reders makkelijker maken om aan krediet te komen, omdat de EIB en de Nederlandse Staat voor een deel van het krediet garant staan. Met deze garantstelling zijn banken mogelijk alsnog over de streep te trekken. Bij deze pilot zijn naast de EIB betrokken: de Ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken, de Europese Commissie (EC) en Netherlands Maritime Technology (NMT).