Nieuwe mensachtige ontdekt in grot Zuid-Afrika

PERSBERICHT

Nieuwe mensachtige ontdekt in grot Zuid-Afrika

National Geographic-onderzoeker stuit op ‘Sterrenmens’

AMSTERDAM, 10 september 2015 – National Geographic-onderzoeker Lee Berger heeft in een Zuid-Afrikaans grottenstelsel talrijke fossiele resten van een tot dusver onbekende Homo-soort gevonden. De Universiteit van de Witwatersrand en National Geographic hebben dat donderdag bekendgemaakt.

De vondst bestaat uit meer dan 1550 botresten. Daarmee is het de grootste fossielenvondst van mensachtigen ooit. Het gaat om resten van zeker vijftien individuen, van jonge kinderen tot oudere volwassenen. Uniek is dat de lichamen vrijwel zeker opzettelijk in de afgelegen grot zijn gelegd, mogelijk als een soort afscheidsritueel. Dergelijk gedrag bij vroege mensachtigen was onder wetenschappers tot nu toe onbekend.

De eerste resten werden aangetroffen in 2013 in de Rising Star-grot, vijftig kilometer ten noordwesten van Johannesburg in Zuid-Afrika. Vervolgens werd met steun van National Geographic een grote expeditie opgezet. De grot ligt niet ver van een werelderfgoedsite die bekendstaat als de Cradle of Humankind, zogenoemd vanwege de Australopithecus-resten die er zijn aangetroffen. De vindplaats bevindt zich op negentig meter van de grotingang, in een grotkamer die enkel door een zeer nauwe doorgang kon worden bereikt.

“We hebben van vrijwel elk bot in het menselijk lichaam meerdere exemplaren gevonden”, zegt onderzoeksleider Lee Berger, verbonden aan de Universiteit van de Witwatersrand en als Explorer-In-Residence werkzaam voor de National Geographic Society. “Er is vrijwel geen voorouder in de menselijke stamboom van wie we zo veel fossiele resten hebben gevonden.”

De onderzoekers hebben de nieuwe voorouder Homo naledi gedoopt, waarbij naledi (‘ster’ in de lokale Zuid-Afrikaanse taal Sesotho) verwijst naar de naam van de Rising Star-grot. De ‘sterrenmens’ oogt “als een van de primitiefste mensachtigen die tot dusver zijn gevonden”, zegt John Hawks van de University of Wisconsin-Madison, een van de onderzoekers. “Maar tegelijk heeft hij zo veel eigenschappen die we uit het geslacht Homo kennen, dat hij zeker een plek in ons geslacht verdient.”

H. naledi had een klein brein, ongeveer zo groot als een sinaasappel en met een inhoud van circa vijfhonderd kubieke centimeter (ruim twee keer zo klein als dat van de moderne mens). Een volwassen man was ongeveer 1,50 meter lang en woog circa 45 kilo. De tanden en de schedel lijken sterk op die van Homo habilis, het vroegst bekende lid van het geslacht Homo. De schouders daarentegen lijken meer op die van mensapen – geschikt om aan takken te hangen. De vingers waren gekromd, wat ook past bij het leven van de aapachtige voorouders van de mens, maar de pols en de duim suggereren dat H. naledi in staat was gereedschappen te gebruiken. De voeten zijn vrijwel niet te onderscheiden van die van de moderne mens, waardoor hij zeer waarschijnlijk rechtop liep. De hersenpan leek sterk op die van de moderne mens, zij het dat deze dus veel kleiner was.

Spectaculaire vondst

De Nederlandse hoogleraar evolutionaire anatomie Fred Spoor (University College London), zelf niet betrokken bij het onderzoek, spreekt van een “spectaculaire en bijzondere” vondst. “Wat H.naledi opnieuw laat zien, is dat je geen rechte afstammingslijn kunt trekken van Australopithecus naar Homo habilis naar Homo erectus naar Homo sapiens. Kenmerken die in de ogen van paleoantropologen typerend zijn voor het geslacht Homo of het geslacht Australopithecus, blijken ook in allerlei mengvormen te hebben bestaan.”

De datering van H.nadeli is nog niet afgerond, wat het volgens de onderzoekers lastig maakt deze nieuwe soort nu al in te passen in de menselijke stamboom. “Deze resten zijn zo goed bewaard gebleven, dat je zou denken dat het om een relatief jonge soort gaat, tot mogelijk honderdduizend jaar geleden”, stelt Spoor. “Dan zouden we de spectaculaire conclusie moeten trekken dat ze samen met H. sapiens hebben geleefd, als wellicht een doodlopende tak in de evolutie.” De primitievere fysieke kenmerken daarentegen doen juist vermoeden dat het om een veel oudere soort gaat. Volgens Spoor lijkt de soort het meest op in het Georgische Dmanisi gevonden resten van H. erectus, de eerste mensachtige die de wereld over trok en leefde tussen circa 1,9 miljoen jaar en vierhonderdduizend jaar geleden.

De laatste keer dat er een nieuwe Homo-soort werd gepresenteerd, was in 2003, toen H. florensis werd beschreven, een op het eiland Flores gevonden mensachtige die opvallend klein was (vandaar de bijnaam Hobbitmens) en die pas relatief kort geleden uitstierf (zo’n achttienduizend jaar geleden). Nog altijd zijn er echter wetenschappers die betwisten dat deze Hobbitmens echt een tot dan toe onbekende soort is, maar dat het slechts de fossiele resten van een misvormde moderne mens betreft. In het geval van H. naledi, verwachten Berger en Spoor, zal er geen discussie ontstaan over de vraag of het wel echt om een nieuwe Homo-soort gaat.

In het oktobernummer van National Geographic, dat op 24 september verschijnt, staat een groot verhaal over de vondst van H. naledi.