Meertaligheid en logopedie op Drongofestival
24 september 2015
Algemeen
Meertaligheid en logopedie op Drongofestival
Meertalige kinderen kunnen net als eentalige kinderen een taalontwikkelingsstoornis hebben.
Meertalige kinderen kunnen, net als eentalige kinderen, een taalontwikkelingsstoornis hebben. De taalstoornis manifesteert zich in de moedertaal en in alle andere talen die het kind spreekt. Als de ontwikkeling in de moedertaal goed verloopt, is er geen sprake van een
taalontwikkelingsstoornis. Op het Drongofestival zijn meertalige logopedisten aanwezig namens de NVLF, de beroepsvereniging van logopedisten. Samen met Auris en Kentalis voert de NVLF dit jaar campagne om de signalen van taalontwikkelingsstoornis meer bekendheid te geven.
Kinderen met taal en communicatieproblemen
Bij de meeste kinderen verloopt de taalontwikkeling zonder problemen. In Nederland heeft 7% van de kinderen echter een taalontwikkelingsstoornis. Dat komt neer op 2 kinderen per klas. Dit overkomt zowel eentalige als meertalige kinderen. Als een kind beduidend meer moeite heeft om de
moedertaal te leren dan leeftijdgenootjes, ondanks dat er een rijk taalaanbod is, dan is er waarschijnlijk sprake van een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Een taalontwikkelingsstoornis kan primair of secundair zijn. Primair betekent dat de taalstoornis niet te verklaren is vanuit sensorische, cognitieve, neurologische of emotionele problemen, of vanuit een lage intelligentie, een gehoorstoornis, een extreme verwaarlozing of andere heel
ongunstige taalaanbodsituaties. Bij een secundaire taalstoornis is de oorzaak juist wel een of meer van de bovengenoemde factoren. Bijvoorbeeld, een gehoorstoornis kan tot gevolg hebben dat een kind de taal niet goed hoort en daardoor minder goed ontwikkelt.
Bij een meertalig kind manifesteert de taalontwikkelingsstoornis zich in de moedertaal en natuurlijk ook in de andere talen die het spreekt. Als de ontwikkeling in de moedertaal goed verloopt, is er geen sprake van een taalontwikkelingsstoornis, ook al lijkt dat soms in de andere taal,
bijvoorbeeld Nederlands, wel het geval.
Om vast te stellen of er sprake is van een taalstoornis is het dus belangrijk om bij de diagnostiek rekening te houden met de ontwikkeling in alle talen. En bij de behandeling is het belangrijk om alle talen die het kind nodig heeft voor zijn/haar ontwikkeling te stimuleren. Logopedisten zijn
opgeleid om mensen met spraak-, taal- en communicatieproblemen te helpen.
Volwassenen met taal en communicatieproblemen
Als het begrijpen en gebruiken van gesproken taal moeizaam gaat - denk hierbij aan mensen die bijvoorbeeld na een beroerte niet of nauwelijks kunnen spreken - kan de logopedist de client aanleren om alternatieve communicatiemethoden te gebruiken. Door middel van gebaren, foto's en pictogrammen
kunnen deze mensen zich toch uiten en duidelijk maken wat zij willen.
Een logopedist die de talen en cultuur van de patient kent, probeert aansluitingspunten voor de behandeling te vinden in alle talen die de client voor de beroerte kende en houdt rekeningen met diens (culturele)achtergrond.