Palestijnse president Abbas moedigt bloedvergieten aan

Oproepen tot geweld bij Tempelberg zorgen voor rellen rond de Joodse feestdagen

President Mahmoud Abbas hield 16 september j.l. op de Palestijnse televisie een officiele toespraak waarin hij het geweld en bloedvergieten tegen Joden verdedigt, zich beroepend op de islamitische traditie. Abbas en zijn partijgenoten moedigen consequent de rellen op de Tempelberg aan.

De onrust ontstaat vooral steeds rond een Joodse feestdag, omdat Palestijnse jongeren die aangrijpen om bij de Klaagmuur biddende Joden met stenen te bekogelen. Daarop grijpt de Israelische politie in.

Dit is een bij elke Joodse feestdag terugkerend Palestijns `ritueel'. Vervolgens barricadeerden de Palestijnse jongeren zich in de Al-Aqsa moskee op de Tempelberg, om daar vandaan de Israelische politie met stenen, vuurwerk en pijpbommen te bestoken.

Israelische leiders en opperrabbijnen deden dan ook oproepen om het geweld niet te laten escaleren. Israel heeft totaal geen belang bij onrust.

Dit in tegenstelling tot de Palestijnse president Abbas, die juist door Westerse media en politici vaak wordt afgeschilderd als `gematigd' en `strevend naar vrede'.

De adviseur van Abbas en bestuurslid van zijn partij Fatah, sultan Abu Al-Einein, beweerde eerder in het Palestijnse dagblad Al-Hayat Al-Jadida van 14 september 2015 dat Israel:

* 'de Al-Aqsa moskee wil verwoesten', dat daarom

* 'alle Palestijnen hun plicht tot islamitische strijd moeten vervullen' en dat

* 'de hand die wordt opgeheven tegen de Al-Aqsa moskee geamputeerd zal worden'.

In zijn televisietoespraak noemde de Palestijnse president de Joden "smerig', hetgeen een uiting van openlijk racisme is.

Uiteraard zijn de vele uitspraken in volstrekte strijd met de Oslo-akkoorden, waarin de Palestijnen zich verplicht hebben tot vrede en vredeseducatie.

Er is ook nauwelijks verschil meer te ontdekken tussen de Fatah partij en de moslimextremisten van Hamas.

De vertaling van de woorden van de Palestijnse president Abbas:

'Wij zegenen u, wij zegenen de islamitische strijders.

Wij zegenen elke druppel bloed die voor Jeruzalem is vergoten, dat is schoon en zuiver bloed, bloed vergoten voor Allah, als Allah het wil.

Elke martelaar [iemand die sterft in de strijd tegen de ongelovigen] zal het Paradijs bereiken en iedere gewonde zal beloond worden door Allah.

De Al-Aqsa Moskee is van ons, de Heilige Grafkerk is van ons.

Zij hebben het recht niet om deze te verontreinigen met hun smerige voeten.

We zullen hen niet toelaten.

Wij zullen er alles aan doen om Jeruzalem te beschermen.'