Bouwaanvraag voor nieuwe woning op landgoed niet verder in behandeling
woensdag 23 september 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal heeft besloten de bouwaanvraag van de heer J.W. Slewe niet verder in behandeling te nemen. Het gaat hier om een verzoek tot bouw van een nieuwe woning op het landgoed Elswoutshoek.
Intrekking van VVGB uit 2013 door de gemeenteraad
Dit collegebesluit is het rechtstreekse gevolg van het besluit dat de gemeenteraad in de extra raadsvergadering van 10 juli jl. heeft genomen. Tijdens deze vergadering heeft een meerderheid van de gemeenteraad de zogeheten `Verklaring van geen bedenkingen' (VVGB) uit 2013 voor het aangevraagde
bouwplan ingetrokken. Het college constateert nu dat het feitelijk onmogelijk is geworden om vanuit de gemeente de aanvraag verder te behandelen.
Bouwmassa aanvraag te groot
De raad vindt de bouwmassa te groot. Daarnaast vinden sommige raadspartijen dat er helemaal niet gebouwd mag worden op het landgoed. De meerderheid van de raad gaf in de extra raadsvergadering aan dat men zich nooit had gerealiseerd dat de in 2013 afgegeven VVGB een huis met een dergelijke
omvang mogelijk zou kunnen maken. De verwachting was een aanvraag voor de bouw van een woning van in totaal 180m2 vloeroppervlakte, zoals destijds in een convenant overeengekomen. Klik hier voor de opname van de raadsvergadering van 10 juli daarover.
Wethouder Botter: "De raad heeft een duidelijke keuze gemaakt. Met het intrekken van de `Verklaring van geen bedenkingen' deze zomer heeft de raad aangegeven dat zij de nieuwbouw van een huis met twee bouwlagen van 180 m2 niet ziet zitten. De ingediende bouwaanvraag had het mogelijk moeten
maken om binnen de juridische kaders van de VVGB uit 2013 een uitweg te vinden in het dossier dat al vele jaren loopt. Maar het college kan nu niet anders dan de raad in haar genomen besluit te volgen."
Mogelijkheid om in beroep te gaan
Daarmee concludeerde het college dat zij bij deze aanvraag niets meer kan betekenen voor de heer J.W. Slewe. Maar het staat de indiener uiteraard vrij om beroep in te stellen bij de bestuursrechter. Die moet dan een oordeel vellen over de motivering om de aanvraag niet in behandeling te nemen.
Een ontwerp van het collegebesluit moet nu zes weken ter inzage worden gelegd. In die periode kan iedereen een zienswijze indienen. Na de termijn van tervisielegging moet het college definitief over de aanvraag beslissen. Tegen het besluit kan beroep worden aangetekend bij de Rechtbank
Noord-Holland.